7. Klik op Apply.
8. Controleer of de e-mailberichten op de juiste wijze zijn opgeslagen
en worden weergegeven op uw apparaat door op Groep te drukken.
Globaal
E-mailadressen die in Globaal zijn opgeslagen op uw apparaat, worden
verwerkt door de LDAP-server.
1. Zet de computer aan die is aangesloten op het netwerk en open een
webbrowser.
2. Typ het IP-adres van het apparaat op de adresregel van de browser.
3. Klik op Ga naar om toegang te verkrijgen tot de SyncThru Web
Service.
4. Klik op Machine Settings > LDAP Server Setup. Aan de
rechterkant wordt het scherm voor de LDAP-server weergegeven.
5. Voer waarden in voor IP Address or Host Name of Host Name en
LDAP server en Port.
6. Voer optionele gegevens in.
7. Klik op Apply.
De LDAP-beheerder moet de e-mailadresgegevens opslaan.
De opslagmethode verschilt afhankelijk van de server en het
besturingssysteem.
E-mailadressen invoeren met het adresboek
Wanneer u veelgebruikte e-mailadressen hebt opgeslagen in het
adresboek, kunt u eenvoudig e-mailadressen invoeren.
1. Druk op Lokaal of Globaal op het tabblad Basis van Scan nr e-mail.
Het zoekvenster wordt weergegeven.
2. Druk op de toets voor de eerste letter van het adres dat u zoekt. U kunt
ook op Zoeken drukken om zoekcriteria op te geven.
Wanneer de zoekopdracht is voltooid, worden de zoekresultaten
weergegeven op het scherm.
3. Druk op Van, voer uw e-mailadres in en druk op OK.
4. Selecteer het adres dat u wilt verplaatsen naar het rechterdeelvenster
en druk op Aan, CC of BCC in het linkerdeelvenster.
5. Druk op Toep. Selecteer zoveel adressen als u wilt.
6. Druk op OK.
50 _Scannen
E-mailadressen invoeren met het toetsenbord
Wanneer u op de invoervelden Van, Aan, CC of het berichtinvoerveld drukt,
verschijnt het toetsenbord op het scherm.
Als u bijvoorbeeld het adres "abcdefg@abc.com" wilt invoeren, gaat u als
volgt te werk.
1. Druk op Van op het tabblad Basis van Scan nr e-mail.
2. Druk op a, b, c, d, e, f, g.
3. Druk op @.
4. Druk op a, b, c.
5. Druk op . en druk op c, o, m.
Om gegevens in te voeren in andere velden, drukt u op
op het toetsenbord.
6. Druk op OK wanneer u alle gegevens hebt ingevoerd.
Originelen scannen en via
Netwerkscanbeheer
verzenden (NetScan)
U kunt een origineel met het apparaat scannen via het programma
Netwerkscan dat is geïnstalleerd op een computer die met het netwerk is
verbonden.
Scannen via het netwerk voorbereiden
Controleer of de printersoftware op de computer is geïnstalleerd met de cd-
rom met printersoftware, omdat het programma Netwerkscan deel uitmaakt
van de printersoftware. Zie "Faxoptiekit" op pagina 120 voor uitgebreide
informatie over de installatiestappen.
1. Selecteer in Windows Start > Programma's > Samsung Network
Printer Utilities > Netwerkscan > Netwerkscan.
Het venster Samsung Netwerkscanbeheer wordt geopend.
2. Klik op de knop Apparaat toevoegen.
3. Klik op Volgende.
4. Selecteer Maak een verbinding met deze scanner. en voer het
IP-adres van uw apparaat in.
U kunt ook Blader naar een scanner. (aanbevolen) selecteren om een
lijst met scanners op het netwerk weer te geven.
5. Klik op Volgende.
6. Selecteer uw apparaat in de lijst en voer een naam, gebruikers-ID en
pincode (persoonlijk identificatienummer) in voor het apparaat.
•
De modelnaam van uw apparaat wordt automatisch ingevoerd
als scannernaam, maar u kunt de naam zo nodig wijzigen.
•
U kunt een ID van maximaal acht tekens invoeren. Het eerste
teken moet een letter zijn.
•
De PIN moet uit 4 cijfers bestaan.
7. Klik op Volgende.
Samsung