●
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de opnamemodus wordt gewijzigd
of de camera wordt uitgeschakeld.
●
Als u geen foto-effecten wilt toevoegen, selecteert u [Geen effect].
●
Wanneer u een beeldeffect instelt, worden de volgende instellingen vastgezet.
• Witbalans: [AWB]
• [Fotostijl]: [Standaard]
• [Schaduw markeren]: [Standaard]
• [Int.dynamiek]: [OFF]
• [HDR]: [OFF]
• [Kleurruimte]: [sRGB]
●
De flitser wordt ingesteld op [
●
De weergave van een beeld dat een afspiegeling is van een geselecteerd effect in het voorbeeld-
of opnamescherm kan afwijken van de werkelijk opgenomen beelden.
De weergave van een selectiescherm schakelen voor het toepassen van
beeldeffecten (Filter)
1
Druk op de [DISP]-knop om van weergave te wisselen
• Elke keer als u op de [DISP]-knop drukt, verandert het scherm voor de geselecteerde
beeldeffecten.
• Wanneer u het scherm naar de instructieweergave schakelt, verschijnt er een beschrijving van
de beeldeffecten.
Normale weergave
90
] (Flitser gedwongen UIT).
Instructieweergave
No
Effect
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
No
Effect
Beeldeffecten (Filter)
Lijstweergave
No
Effect