●
Wanneer [Hoge dynamiek] is geselecteerd als het beeldeffect (Filter), wordt [Gevoeligheid]
vastgelegd op [AUTO].
●
Wanneer een ander foto-effect (Filter) dan [Hoge dynamiek] is geselecteerd of wanneer [Multi-
belicht.] is ingesteld, kan de ISO-gevoeligheid worden ingesteld in een bereik tot [3200].
●
Voor meer informatie over het beschikbare gebruikte flitsbereik wanneer de [Gevoeligheid] is
ingesteld op [AUTO], zie (→178).
●
Kan [
] in de volgende gevallen niet selecteren:
• [Sluiterprioriteit]-modus
• [Handm. belicht.]-modus
●
Wanneer [Direct focuspunt] (→123) is ingesteld op [ON], functioneert de cursortoets als een
bewerking voor verplaatsing van het AF-gebied. Stel in dat geval in het Quick-menu (→34) de
ISO-gevoeligheid in.
●
U kunt bij het filmen de volgende instellingen gebruiken:
[AUTO], [200] - [6400]
De bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen
Opnamemodus:
U kunt de bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen wanneer [Gevoeligheid] is
ingesteld op [AUTO] of [
→
[Opname] → [ISO-limiet]
Instellingen: [400] / [800] / [1600] / [3200] / [6400] / [12500] / [25000] / [OFF]
Niet beschikbaar in het volgende geval:
• Tijdens het opnemen van films
137
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
].
De ISO-gevoeligheid instellen