Verandering van de instellingen die aan de bedieningsring
toegewezen zijn
Hiermee verandert u de instellingen die aan de bedieningsring toegewezen zijn.
1
Stel het menu in
→
2
Selecteer met
Instellingen die kunnen worden
[DEFLT] [Normaal]
[Zoom] (→171)
[Stapsg. zoom] (→175)
[Gevoeligheid] (→136)
[Witbalans] (→103)
[Filter selecteren] (→89)
[OFF] [Niet ingesteld]
●
De instelling van de toegewezen functie geldt voor alle opnamemodi.
De functie die aan de bedieningsring is toegewezen, kan mogelijk niet werken in sommige
combinaties van de opnamemodus of instellingen die voor opnemen worden gebruikt
(panoramafoto's opnemen, filterinstelling enzovoort)
●
Als handmatig scherpstellen ingesteld is, is de bedieningsring vastgezet op de functie voor het
aanpassen van de scherpstelling. U kunt de toegewezen instellingen niet gebruiken bij gebruik
van de [Bedieningsring]. (→128)
40
[Voorkeuze] → [Bedieningsring]
de instelling en druk op [MENU/SET]
toegewezen
Instellingen veranderen met de bedieningsring
• Om terug te keren naar de standaardinstelling,
selecteert u [Normaal]. (→39)
• Als u de bedieningsring niet gebruikt, selecteert
u [OFF] ([Niet ingesteld]).
Voorbereidingen