■
Wanneer u [
U kunt het scherm vergroten om de scherpstelpositie nauwkeuriger in te stellen.
• U kunt de scherpstelpositie niet instellen aan de randen van het scherm.
Selecteer [
Stel met
• Het vergrote hulpscherm voor het instellen van de scherpstelpositie verschijnt.
Verplaats [+] naar de scherpstelpositie met
• Indrukken van de [DISP]-knop brengt de scherpstelpositie terug
naar het midden van het hulpscherm.
De weergave van het hulpscherm wijzigen
→
[Voorkeuze] → [Spot AF weergave]
[FULL]: het hulpscherm wordt op basis van het volledige scherm
vergroot.
[PIP]: het hulpscherm wordt op een deel van het scherm
vergroot.
• Wanneer [PIP] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 6 keer vergroot of
verkleind. Wanneer [FULL] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 10 keer
vergroot of verkleind. Vergroot of verklein het scherm met vergrotingsfactoren van x 1
stappen met de bedieningsknop.
De time-out voor het vergrote scherm instellen
→
[Voorkeuze] → [Spot AF tijd] →
[LONG] (ongeveer 1,5 seconde) / [MID] (ongeveer 1,0 seconde) /
[SHORT] (ongeveer 0,5 seconde)
• Als u de ontspanknop loslaat, wordt het vergrote scherm uitgeschakeld, zelfs vóór de
schermtime-out.
122
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
] selecteert
] en druk op
de scherpstelpositie in en druk op [MENU/SET]
Beelden opnemen met automatische scherpstelling