■
Opnemen
Er kunnen geen beelden opgenomen worden.
• De kaart is vol.
→ Maak ruimte vrij door ongewenste beelden te verwijderen (→73).
• Wanneer een kaart met een grote capaciteit wordt gebruikt, kunt u mogelijk een tijdje geen beelden
opnemen nadat u de camera hebt ingeschakeld.
• Niet goed scherpgesteld.
→ Wanneer [Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [FOCUS], neemt de camera pas op nadat naar
behoren is scherpgesteld. (→125)
Opgenomen beelden zien er wit uit.
• De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
→ Schakel de stroom in om de lensbuis uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een zachte,
droge doek.
• De lens is beslagen (→12).
Opgenomen beelden zijn te licht/te donker.
• Corrigeer de belichting (→135).
• AE-vergrendeling (→133) is niet goed ingesteld.
Het zoomen stopt direct.
• Wanneer u de extra optische zoom gebruikt, stopt het zoomen tijdelijk. Dit is geen storing.
Er worden verscheidene beelden opgenomen, ook bij een enkele druk op de ontspanknop.
• De camera is ingesteld op het gebruik van [Auto bracket], Bracket voor witbalans, [Asp. bracket] of
[Burstfunctie]. De zelfontspanner is ingesteld op [
→ Wis de instelling. (→106, 141)
Kan geen bracketopname maken.
• Er is nog maar weinig opslagruimte over op de kaart.
→ Controleer de resterende opslagruimte op de kaart.
Er is niet goed scherpgesteld.
• Het onderwerp is buiten scherpstelbereik. (→126)
• Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp. (→169)
• [Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [RELEASE]. (→125)
• [Sluiter-focus] is ingesteld op [OFF]. (→124)
• AF-vergrendeling (→133) is niet goed ingesteld.
Opgenomen beelden zijn onscherp. De beeldstabilisatiefunctie werkt niet goed.
• De sluitertijd is langer in donkere locaties en de stabilisatiefunctie is daar minder effectief.
→ Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
• Gebruik een statief en de zelfontspanner wanneer u een langere sluitertijd gebruikt (→148).
281
V&A Storingen verhelpen
].
Diversen