Gebruik van de waterpas
Als u zeker wilt weten dat de camera niet schuin staat of kantelt, bijvoorbeeld als u een
beeld van een landschap opneemt, gebruikt u de waterpasindicatie als referentie.
1
Druk op de [DISP]-knop om van scherm te wisselen
Druk op de knop om naar een ander scherm te gaan. Druk op de
knop totdat de waterpas wordt weergegeven.
2
Camerahoek corrigeren
■
Gebruik van de waterpas
De gele lijn geeft de huidige hoek aan. Corrigeer de hoek van de camera zodat deze
overeenkomt met de witte lijn.
Omhoog of omlaag
kantelen
• In dit geval is deze omhoog
gericht.
• Wanneer de camera zeer weinig of helemaal niet gekanteld is, wordt de waterpas
groen.
• Wanneer foto's staand worden opgenomen, schakelt de waterpas automatisch naar
een stand voor de staande richting.
●
Zelfs wanneer de hoek min of meer wordt gecorrigeerd, kan er een fout zijn van ±1 graad.
●
Wanneer [Niveaumeting] aan een functieknop wordt toegewezen, kunt u de waterpas in- en
uitschakelen elke keer als u op de functieknop drukt.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
●
Wanneer de camera wordt bewogen, wordt de waterpas mogelijk niet goed weergegeven.
●
De waterpas wordt mogelijk niet goed weergegeven of de richtingsdetectiefunctie (→53) werkt
mogelijk niet correct als de foto's worden gemaakt als de camera recht omhoog of omlaag wijst.
66
De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm
Basisbediening
Naar links of rechts
kantelen
• In dit geval is de rechterkant
omlaag gezakt.