[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en druk op [MENU/SET]
■
Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk]
(Op de camera)
Verbind de camera met een draadloos toegangspunt (→240)
(Op uw smartphone)
Zet de Wi-Fi-functie op "ON"
Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in
Start "Image Shuttle" (→225)
■
Wanneer u verbinding maakt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] in [Direct]
(Op de camera)
Verbind de camera met een smartphone (→243)
(Op uw smartphone)
Start "Image Shuttle" (→225)
■
Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct]
2
Voer stap
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken
• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→246)
4
Maak foto's
• De foto's worden na opname automatisch verzonden.
• Druk op de [WIFI]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken.
U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto's verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid
is.
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
237
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
uit (→226).
→
[Set-up] → [Wi-Fi] →
Wi-Fi