Wanneer de controlelamp
van het remsysteem tijdens
het rijden gaat branden,
duidt dit op een storing in één van
beide remcircuits. Controleer het
remvloeistofniveau. Zie Controle
vloeistofpeil koppeling en
remsysteem (bladzijde 115).
WAARSCHUWING
Laat deze storing onmiddellijk
controleren.
Wanneer de controlelamp van het
remsysteem samen met de
controlelamp van het ABS gaat
branden, duidt dit op een storing.
Breng de auto zo snel mogelijk tot
stilstand wanneer dit veilig kan en laat
deze storing controleren voordat u
uw reis hervat.
Richtingaanwijzers
Knippert bij ingeschakelde
richtingaanwijzers. Een
plotselinge toename van de
knipperfrequentie duidt op een
defecte gloeilamp. Zie
Gloeilampen vervangen
(bladzijde 43).
Instrumenten
Controlelamp motor
Alle modelvarianten
Wanneer de lamp bij draaiende
motor brandt, duidt dit op een
storing. Wanneer deze tijdens het
rijden knippert, minder dan
onmiddellijk snelheid. Blijft de
lamp knipperen, vermijd dan snel
optrekken en krachtig afremmen.
Laat het systeem onmiddellijk door
een geschoolde monteur
controleren.
Uitvoeringen met een
benzinemotor
Uitvoeringen met een
dieselmotor
voorgloeisysteem. Zie Een
dieselmotor starten (bladzijde
83).
Controlelamp laadstroom
de dynamo loszit, gescheurd of
gebroken is, werkt ook de
servobekrachtiging van het
remsysteem niet meer.
54
De controlelamp van de
motor werkt ook als
indicator van het
WAARSCHUWING
Wanneer bij uitvoeringen met
een dieselmotor de V-riem van