Het sleepoog moet zich altijd in de
auto bevinden.
Steek uw vinger in het gat aan de
onderzijde van het paneel en trek het
paneel los. Breng het sleepoog aan.
LET OP
Het afneembare sleepoog heeft
linkse schroefdraad. Draai
het linksom in het draadgat.
AUTO OP VIER WIELEN
SLEPEN
Alle uitvoeringen
WAARSCHUWINGEN
Zet het contact aan wanneer
uw auto wordt gesleept. Bij
afgezet contact treedt het stuurslot
in werking en werken de
richtingaanwijzers en de remlichten
niet.
De rem- en stuurbekrachtiging
werken niet, tenzij de motor
draait. Druk het rempedaal harder in
en houd rekening met langere
remafstanden en een zwaarder
draaiend stuurwiel.
LET OP
Te veel spanning op de
sleepkabel kan schade
toebrengen aan uw en aan de
trekkende wagen.
Bevestig aan het voorste
sleepoog geen sleepstang.
Bergen van de auto
Trek rustig en soepel zonder rukken
op.
Wagens met automatische
transmissie
Sleep uw wagen niet met
snelheden hoger dan 50 km/h
(30 mph) of over afstanden van meer
dan 50 km (30 mijl).
Wanneer uw wagen met
snelheden boven 50 km/h (30
mph) en over afstanden van meer
dan 30 miles (40 mijl) moet worden
gesleept, moet hij worden
getransporteerd terwijl alle vier wielen
vrij zijn van het wegdek.
Bij een mechanisch defect aan
de transmissie moeten de
aangedreven wielen worden
opgehesen zodat deze vrij zijn van
het wegdek.
Sleep uw wagen niet
achterwaarts.
Zet de versnellingsbak in neutraal
wanneer uw auto wordt
gesleept.
108
LET OP