WAARSCHUWING!
– Plaats de rolstoel en gebruiker met de voorkant
in de rijrichting van het voertuig.
– Zet de handremmen van de rolstoel vast.
– Activeer de antikantelsteun.
De bevestigingspunten waaraan de kabelbinders van het
vastzetsysteem van de rolstoel moeten worden bevestigd,
zijn gemarkeerd met karabijnhaaksymbolen (zie de volgende
afbeeldingen en het hoofdstuk 2.5 Labels en symbolen op
het product, pagina 9 ).
Zet de rolstoel vast in de aan het voertuig bevestigde rails
door middel van de spangordels aan de voor- en achterzijde
van het 4-punts rolstoelvastzetsysteem. Raadpleeg hiervoor
de bij het 4-punts rolstoelvastzetsysteem geleverde
gebruiksaanwijzing.
LET OP!
Het draaivergrendelingsmechanisme kan
beschadigd raken
– Als de rolstoel is uitgerust met
draaivergrendeling, moet de draaivergrendeling
ontkoppeld zijn tijdens vervoer in een voertuig.
Bevestigingspunten voor de karabijnhaken aan de voorzijde:
1. Bevestig de voorste gordels boven de zwenkwielsteunen,
zoals in bovenstaande afbeelding is weergegeven (zie de
locatie van het karabijnhaaksymbool).
2. Bevestig de voorste gordels aan het railsysteem. Pas
hierbij de instructies toe van de fabrikant van het
4-punts rolstoelvastzetsysteem.
3. Haal de rolstoel van de handrem en span de voorste
banden aan door de rolstoel naar achteren te trekken.
4. Zet de handremmen weer vast.
Alternatieve transportbevestiging aan voorkant:
Voor sommige configuraties is optioneel een alternatieve
transportbevestiging verkrijgbaar.
1488756-S
1. Bevestig de haak van de voorste gordels aan de
transportbevestiging C.
2. Haal de rolstoel van de rem en span de voorste banden
aan door de rolstoel naar achteren te trekken.
3. Zet de handremmen weer vast.
KENNISGEVING!
– Afhankelijk van de leverancier van de rolstoel
en het vastzetsysteem, komt de bovenstaande
afbeelding mogelijk niet overeen met de
werkelijkheid.
Transport
49