Rea® Azalea®
4.22 Bekkengordel
De rolstoel kan worden voorzien van een bekkengordel.
Deze voorkomt dat de gebruiker omlaag schuift in de rolstoel
of uit de rolstoel valt. De bekkengordel is niet bedoeld als
hulpmiddel bij de positionering.
WAARSCHUWING!
Kans op ernstig letsel/verstikking
Wanneer de band loszit, zou de gebruiker omlaag
kunnen glijden en met de hals achter de band
bekneld kunnen raken.
– De bekkengordel moet door een gekwalificeerde
technicus worden gemonteerd en door de
verantwoordelijke medische adviseur verder
worden afgesteld.
– Zorg er altijd voor dat de bekkengordel stevig,
laag rond het bekken wordt aangebracht.
– Controleer elke keer of de bekkengordel goed is
aangebracht. Door aanpassing van de zit- en/of
rughoek, het kussen en zelfs uw kleding kan de
pasvorm van de bekkengordel veranderen.
WAARSCHUWING!
Kans op ernstig letsel tijdens transport
Een gebruiker die in zijn rolstoel met een voertuig
wordt vervoerd, moet worden vastgezet met
een veiligheidsgordel (3-punts gordel). Een
lichaamsband alleen is niet voldoende om
personen vast te zetten.
– Gebruik de lichaamsband als extra hulpmiddel
bij het vervoeren van de rolstoelgebruiker in
een voertuig, echter niet als vervanging voor de
3-punts veiligheidsgordel.
De bekkengordel sluiten en openen
Zorg ervoor dat u helemaal naar achteren in de zitting zit,
met het bekken zo recht en symmetrisch mogelijk.
1. Duw de vergrendeling A in de gesp B om de gordel
te sluiten.
2. Duw op de PRESS-knop C en trek de vergrendeling A
uit de gesp B om de gordel te openen.
34
De lengte aanpassen
De bekkengordel heeft een juiste lengte als er net
voldoende ruimte is voor een vlakke hand tussen het
lichaam en de gordel.
1. Maak desgewenst de lus D kleiner of groter.
2. Haal lus D door vergrendeling A en plastic gesp E
zodat de lus plat wordt.
3. Controleer of de lus D goed in de kunststof gesp E zit.
4. Zet de aanpassing vast waarbij het riemuiteinde in de
gesp E zit.
De bekkengordel afstellen bij de bevestigingen
LET OP!
– Haal de lus door de plastic gespen zodat de
band niet losraakt.
– Zorg dat beide kanten op dezelfde manier
worden aangepast, zodat de gesp in het midden
blijft zitten.
– Zorg ervoor dat de riemuiteinden in de gesp
E zitten.
– Zorg ervoor dat de banden niet in de spaken
van een achterwiel vast komen te zitten.
1488756-S