Inhoudsopgave
Advertenties
13.3. — AcQTrack Nabewerkingsfuncties
AcQTrack is een reeks nabewerkingshulpmiddelen die kunnen worden toegepast na het creëren
van de propagatiegeschiedeniskaart.
13.3.1. — Geleidingspatroonherkenning
Op de propagatiegeschiedeniskaart kunnen veel geleidingspatronen worden waargenomen.
Het hulpmiddel voor geleidingspatroonherkenning maakt gebruik van de weergegeven
propagatiegeschiedenisgegevens om te helpen met het identificeren van drie visueel gescheiden
activatiepatronen – focaal, gelokaliseerde rotationele activatie (LRA: localized rotational
activation) en gelokaliseerde onregelmatige activatie (LIA: localized irregular activation). Focale
activatie verspreidt zich radiaal uit een enkel punt, waarbij de golffronten in alle richtingen vanuit
het centrum naar buiten gericht zijn. Een LRA verspreidt zich minstens 270° in een spiraalvormig
patroon rond een kleine, beperkte zone. Een LIA heeft een patroon van geleiding in meerdere
richtingen, als een landengte, door een kleine, beperkte zone. Het geleidingspatroon kan binnen
en rond de zone zwenken of deze weer binnengaan. Dit soort beperkte zones heeft een diameter
van 5 tot 15 mm. (
Afbeelding 13-2 A, B, C
Afbeelding 13-2. A. Focale activatie verspreidt zich radiaal uit een enkel punt, waarbij de golffronten in
alle richtingen vanuit het centrum naar buiten gericht zijn. B. Een LRA verspreidt zich minstens 270° in een
spiraalvormig patroon rond een kleine, beperkte zone. C. Een LIA heeft een patroon van geleiding in meerdere
richtingen, als een landengte, door een kleine, beperkte zone. Het geleidingspatroon kan binnen en rond de
zone zwenken of deze weer binnengaan. Dit soort beperkte zones heeft een diameter van 5 tot 15 mm.
Geleidingspatroonherkenning wordt op de achtergrond berekend zodra de
propagatiegeschiedeniskaart is berekend. De propagatiegeschiedeniskaart is beschikbaar voor
weergave en beoordeling zodra de berekening van de propagatiegeschiedenis is voltooid. Overlays
van geleidingspatroonherkenning zijn beschikbaar na het voltooien van de berekeningen voor
geleidingspatroonherkenning.
13.3.2. — Weergave van geleidingspatroongegevens
Gegevens kunnen statisch en/of dynamisch worden weergegeven door het selecteren van de
toepasselijke selectievakjes. (
• Statisch: Selecteer statisch om het totale aantal van elk type geleidingspatroon voor het
volledige gemapte segment weer te geven. De door het algoritme geïdentificeerde patronen
en locaties worden met kleuren aangegeven op de kaart. Focaal is roze, LRA is groen en LIA
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
)
Afbeelding 13-3
)
85
Advertenties
Inhoudsopgave
