Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
• Lokalisatie voor AcQMap-katheter (QMap-loc.) — Omvang en fase voor elke van de drie
lokalisatie-assen
• Oppervlak en lokalisatie voor hulpkatheter (Hulploc.) — Omvang en fase voor elke van de
drie lokalisatie-assen
• Echografiebereik (Echo)
In paragraaf 9.1 wordt het gebruik van elk scherm voor signaalweergave beschreven. Signalen
kunnen worden gecontroleerd op alle toepasselijke (aangesloten) kanalen.
OPMERKING: Onder aan elk scherm, behalve Echo, bevindt zich een set vooraf
gedefinieerde filters die kunnen worden toegepast op de weergegeven signalen door het
laagdoorlaatfilter, hoogdoorlaatfilter of notchfilter te selecteren.
OPMERKING: De schermen voor oppervlak-ECG-lokalisatie (Opp.-loc.), lokalisatie voor
AcQMap-katheter (QMap-loc.) en oppervlak en lokalisatie voor hulpkatheter (Hulploc.)
beschikken over een submenu voor lokalisatieweergave, waarin de omvang en fase van de
lokalisatie voor elk van de drie lokalisatiefrequenties kan worden weergegeven. (x-as = IQ1,
y-as = IQ2, z-as = IQ3).
Voor een beter beeld dubbelklikt u op een van de signaalrasters. Dan wordt een uitgebreide
weergave van het geselecteerde signaal weergegeven. De pijlen Vooruit en Terug kunnen worden
gebruikt om door de lijnweergave te scrollen, en "X" sluit het venster voor uitgebreide weergave af.
9.1.1. — Oppervlak-ECG
Biopotentialen – oppervlak-ECG
In het scherm voor oppervlakte-ECG worden de ECG-oppervlakte-afleidingen I, II, III, aVR,
aVL, aVF, V1, V2, V3, V4, V5, V6 weergegeven. De signaalversterking kan worden bijgesteld met
de schuifregelaar aan de linkerzijde van het scherm. Signalen kunnen worden vernieuwd met de
knop Vernieuwen.
45