50
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
1. Selecteer onder de kop Anatomische referentiekanalen Oppervlakafleidingen. Kanalen
voor anatomische referentie worden weergegeven als een door komma's gescheiden lijst
in het daartoe aangewezen vak. Het vak wordt automatisch opgevuld met V1, V2, V3, V4,
V5, V6, LL, LA en RA. Dit kan indien nodig worden gewijzigd.
2. Centreer de Mapping-katheter in de hartkamer. Het wordt aanbevolen om de AcQMap-
katheter tijdens de volledige kalibratieperiode stationair te houden.
3. Selecteer de knop Voltooien om het kalibratieproces te starten. Er wordt een
voortgangsbalk op het scherm weergegeven om te laten zien hoever het proces gevorderd
is. Zodra de kalibratie voltooid is, worden de instellingen opgeslagen.
OPMERKING: Als de AcQMap-katheter wordt verplaatst, kan er meer tijd nodig zijn om de
kalibratie te voltooien.
OPMERKING: De kalibratie kan op elk moment worden geannuleerd. Het systeem gaat dan
terug naar de eerder opgeslagen waarden. Als er niet eerder een kalibratie is uitgevoerd,
wordt er geen correctie toegepast en blijft beweging dankzij respiratie ongewijzigd.
OPMERKING: Als er overdreven beweging bij respiratie wordt waargenomen (katheter lijkt
door respiratie > 5 mm te bewegen), kan de virtuele positie opnieuw worden gekalibreerd
vanuit het scherm Acquisitie, behalve tijdens een opname.
Als de kalibratie niet wordt voltooid, controleert u het volgende:
• De oppervlakafleidingen zijn allemaal correct gepositioneerd en zijn naar behoren bevestigd
aan het lichaam.
• Ga in het venster Livesignalen naar het tabblad Opp.-loc. en zorg ervoor dat aan de volgende
criteria is voldaan:
– Voor de LA-, RA- en een of meer van de V-afleidingen:
Is de omvang van het lokalisatiesignaal stabiel (zoals hieronder links weergegeven).
Hieronder rechts is een voorbeeld van een onstabiel kanaal weergegeven.