94
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
OPMERKING: Als de schuifregelaar van de kleurenbalk of de tijdsdrempelwaarden zijn
gewijzigd, moet de propagatiegeschiedeniskaart opnieuw worden berekend.
14.3.3. — Afspeelinstellingen
Timinggegevens kunnen worden weergegeven als voortgang die gedurende een bepaalde tijd
weer wordt afgespeeld. De gebruiker kan de afspeelsnelheid, -richting en -modus aanpassen.
Afspeelsnelheid: Hiermee kan de snelheid waarmee de gegevens worden afgespeeld worden
aangepast.
Afspeelrichting: Hiermee kunnen de gegevens vooruit of achteruit worden afgespeeld.
Afspeelmodus: hiermee worden verschillende methoden aangeboden voor het dynamisch
visualiseren van de timinggegevens.
14.3.4. — Kaarten op basis van amplitude weergeven
Amplitudekaarten worden gebruikt om gebieden met lage amplitude te identificeren
(bijvoorbeeld mogelijke littekengebieden). Amplitudekaarten geven de kleurgecodeerde waarden
van elk punt op de gereconstrueerde oppervlakanatomie weer.
14.3.5. — De amplitudekaart aanpassen
De weergave van de kaart Amplitude kan met behulp van de onderstaande parameters worden
aangepast:
Met Kleurenbalkinstellingen kunnen parameters worden aangepast die worden gebruikt
om de amplitudegegevens weer te geven. Voor amplitudekaarten werkt de kleurenbalk in een
afzonderlijke, gefixeerde modus.
14.4. — Een propagatiegeschiedeniskaart met een amplitudekaart weergeven
De dubbele 3D-weergave maakt gelijktijdige visualisatie van de gegenereerde SuperMaps
mogelijk. De 3D-weergaven kunnen samenwerken door hetzelfde type kaart vanuit twee hoeken
weer te geven of onafhankelijk twee verschillende types berekende kaarten weer te geven.
Gesynchroniseerde 3D-weergaven
In het midden bovenaan de 3D-weergaven in het scherm Kaarten wordt het
pictogram Koppelen weergegeven. Als het pictogram Koppeling is verbonden
worden de 3D-weergaven gesynchroniseerd.
Onafhankelijke 3D-weergaven
Klik op het pictogram [Koppelen] om de linker of rechter 3D-weergave met
een oranje rand te markeren. De oranje rand geeft de actieve 3D-weergave
aan, waarna het kaarttype van de weergave kan worden gewijzigd in:
propagatiegeschiedenis of amplitude. Om de actieve 3D-weergave te wijzigen,
dubbelklikt u met de linkermuisknop ergens in het zwarte gebied van de niet-
actieve 3D-weergave.
Koppelen —
Gesynchroni-
seerde
weergaven
Koppelen —
Onafhankelijke
weergaven