Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
Katheters definiëren
1. Selecteer katheters om het scherm voor katheterconfiguratie te openen.
2. Gebruik de vervolgkeuzelijst onder de kop Apparaten om een katheter te selecteren. Klik
op [Toevoegen].
3. Herhaal totdat alle katheters die gaan worden gebruikt zijn toegevoegd.
4. Wijs een functie toe (Ref, Map, Abl) aan de desbetreffende katheters.
a. Het timingreferentiekanaal (Ref) wordt aangeduid met het label 'R' in het venster
Lijnweergave en Annotatie. De gebruiker kan het primaire timingreferentiekanaal
definiëren door, indien nodig, intracardiale of oppervlakkanalen te selecteren
(pictogram). Het geselecteerde kanaal moet stabiel zijn en een duidelijk signaal
hebben dat is gekoppeld aan de activatie van de kamer die wordt gemapt.
b. De mappingkatheter wordt aangeduid met het label 'M' in het venster Lijnweergave
en Annotatie. De gebruiker kan de katheter en de elektroden of elektrodenparen
definiëren die zullen worden gebruikt voor het mappen.
5. Klik op een katheter om de unipolaire instellingen te definiëren. Unipolaire instellingen
worden gedefinieerd door het katheterelektrodenummer (CH), de pin, het label en
de functie. De pin moet overeenkomen met de elektrodeaansluiting (CH) op de kabel
van de hulpkatheter. Labels kunnen tot een omschrijving worden bewerkt. Labels
kunnen bewerkt worden tot een omschrijving. Er worden selectievakjes geboden om de
elektroden aan te duiden die worden gebruikt voor de functie die is gedefinieerd in het
vak Apparaten.
6. Voor dezelfde katheter kunnen ook bipolaire instellingen worden gedefinieerd. Bipolaire
instellingen worden gedefinieerd op basis van K1, K2, Label en Functie. Klik op
[Toevoegen] in het vak Bipolaire instellingen om bipolaire instellingen toe te voegen.
Gebruik K1 en K2 om de elektroden in de bipolaire instellingen te definiëren. Labels
kunnen bewerkt worden om meer omschrijvend te zijn. Er worden selectievakjes geboden
om de elektroden aan te duiden die worden gebruikt voor de functie die is gedefinieerd in
het vak Apparaten.
OPMERKING: Voor de beste werking moeten bipolaire instellingen door aangrenzende
elektroden op de katheter worden gedefinieerd.
7. Herhaal stappen 5 en 6 voor elke aangesloten katheter.
OPMERKING: Elke katheter waarvoor een unipolaire of bipolaire configuratie is gedefinieerd
in het venster en die is aangesloten op het systeem kan worden gevisualiseerd.
Contactmappingfilters instellen
Het scherm Filters wordt gebruikt om de filterinstellingen te definiëren voor de unipolaire en
bipolaire instellingen.
Selecteer de kop Filters om het scherm Filters te openen. Gebruik het selectievak om het filtertype
te selecteren en om de geschikte waarde te selecteren in de vervolgkeuzelijst.
105
Advertenties
Inhoudsopgave
