Afvlakkingsfactor: genormaliseerde (0 tot 1) controle van de mate waarin
oppervlakhoekpunten kunnen worden verplaatst om afvlakking te bereiken. Bij een hogere
waarde kunnen meer hoekpunten worden verplaatst. Waarden van 0,1-0,5 worden
aanbevolen. Het pictogram Raster afvlakken biedt twee vooraf ingestelde waarden van
0,5 en 0,2.
• Gaten dichten
Hiermee worden gaten in het oppervlak geïdentificeerd en automatisch gedicht.
• Oppervlak opnieuw rasteren
Hiermee wordt de rastertriangulatie opnieuw gedistribueerd om de grootte van
de oppervlakdriehoeken meer op elkaar af te stemmen. Het Aantal monsters geeft
het minimumaantal hoekpunten aan op het opnieuw gerasterde oppervlak.
• Afmetingslimiet gebruiken
Er wordt alleen opnieuw gerasterd bij driehoeken
waarvan alle hoeken kleiner zijn dan de geselecteerde
waarde. Het pictogram Opnieuw rasteren beschikt
over heeft twee vooraf ingestelde monsteraantallen
van 2500 of 4500, die kunnen worden uitgevoerd met
of zonder een afmetingslimiet van 5.
• Het nieuwe oppervlak opslaan
Klik op de knop Anatomie opslaan onder aan het scherm Anatomie-editor om het
definitieve oppervlak op te slaan. Als u de anatomie opslaat, wordt de huidige sessie in
het anatomieoverzicht als definitieve versie opgeslagen. De bestandsnaam kan in het
anatomieoverzicht worden aangepast door op de naam te klikken en deze te wijzigen.
10.6. — De anatomie-editor afsluiten
Sluit de anatomie-editor af door op de witte X in de rechterbovenhoek van het scherm te klikken.
Als de anatomie niet is opgeslagen, wordt een pop-upvenster weergegeven met de melding 'De
anatomie is gewijzigd. Wilt u de wijziging opslaan?'
10.7. — Definitie toevoegen aan pulmonaalvenastructuren
Er zijn twee afzonderlijke methoden beschikbaar voor het toevoegen van definitie aan de
pulmonaalvenastructuren: met katheter als leidraad en visueel begeleid.
10.7.1. — Met katheter als leidraad
In de modus met katheter als leidraad worden de lokalisatiegegevens van een hulpkatheter
(circulatie- of ablatie-) gebruikt om een puntenwolk te maken op basis waarvan de software een
aderanatomie opbouwt.
Selecteer in het venster Oppervlak in gebruik Met katheter als leidraad.
Selecteer de te gebruiken hulpkatheter (Hulp 2 of Hulp 3). Hulp 1 dient alleen te
worden geselecteerd als een virtuele positiereferentie wordt gebruikt.
Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
Gaten dichten
5
2500
2500
4500
Opnieuw rasteren
69
5
4500
Punten
verzamelen