Gebruiksaanwijzing AcQMap-beeldvormings- en mappingsysteem met hoge resolutie
OPMERKING: AcQMap-katheterkanalen die zijn uitgesloten van lokalisatie zijn niet
gerelateerd aan elektrogrammen die zijn gemarkeerd als uitgesloten voor mapping.
Elektroden die moeten worden uitgesloten, worden doorgaans weergegeven als één
knooppunt of een subset van knooppunten die zijn afgezet ten opzichte van de geordende
en gestructureerde elektroden van de AcQMap-katheter. Door de set met onbewerkte
elektrodeposities in spannings- en positiemodi te bekijken, kunt u eenvoudiger identificeren
welke elektroden moeten worden uitgesloten. Voorbeelden van knooppunten die moeten
worden uitgesloten, worden getoond in
Afbeelding 9-1. Identificeren welke knooppunten moeten worden uitgesloten.
Kwadranten:
Afbeelding 9-1
• Linksboven: het gele vak geeft één knooppunt aan dat moet worden uitgesloten in
spanningsmodus.
• Rechtsboven: het gele vak geeft hetzelfde knooppunt aan dat in de positiemodus moet worden
uitgesloten.
• Linksonder: de overige AcQMap-elektroden in positiemodus na uitsluiting.
• Rechtsonder: de overige AcQMap-elektroden in positiemodus na opnieuw schalen.
Klik op [Volgende] om door te gaan naar het volgende scherm.
Kanalen voor anatomische referentie instellen
Kanalen voor anatomische referentie kunnen op twee verschillende manieren worden ingesteld:
(1) virtuele positiereferentie met de oppervlakafleidingen en (2) fysieke positiereferentie met een
hulpkatheter.
Virtuele positiereferentie
De virtuele positiereferentie zou geschikt moeten zijn voor gebruik bij de meeste patiënten. Als
de kalibratie niet kan worden voltooid, is het gebruik van een fysieke positiereferentie nodig.
Het systeem zal de gebruiker vragen de positiereferentie in te stellen. Zie hoofdstuk 5 en 6 voor
specificaties, plaatsing en aansluitingen. Zie hoofdstuk 9 voor installatie-instructies.
.
afbeelding 9-1
49