3 PID-theorie en -definities
Een foto-ionisatiedetector (PID) maakt gebruik van een ultraviolette lamp om de stof waar het om gaat te ioniseren. Er wordt
een elektrische stroom geproduceerd in verhouding tot de concentratie van de aanwezige VOC, en de concentratie van de stof
verschijnt in het display van het apparaat.
Afbeelding 1 Typisch ontwerp van een foto-ionisatiesensor
1 Moleculen waar het om gaat
Vacuüm Ultra Violet (VUV)-
2
straling met hoge energie
3 Uv-lamp
4 Elektroden
Nulgas
Nulgas is een referentiegas dat tijdens kalibratie wordt gebruikt om het apparaat op nul te zetten. Wanneer een nulgas zonder
koolwaterstofinhoud wordt toegevoerd aan het apparaat, zal de detector reageren met een klein signaal. Dit signaal is het
resultaat van secundaire achtergrondprocessen. Tijdens de kalibratie wordt nulgas toegepast om de
achtergrondionisatiestroom te kwantificeren. Wanneer alleen concentratieveranderingen in relatie tot een referentieomgeving
worden gemeten, kan frisse lucht als nulgas worden gebruikt. Wanneer er koolwaterstofdampen op de achtergrond aanwezig
zijn, adviseert MSA om lucht als nulgas te gebruiken.
Meetbereikgas
Spangas is een referentiegas dat tijdens een kalibratie wordt gebruikt om de hellingshoek (respons per eenheid concentratie) te
bepalen van de gekalibreerde responscurve.
Voor de PID-sensor voor 0-2000 ppm is het toegestane kalibratiegas 100 ppm isobutyleen.
5 Elektroden
6 Versterker
7 DC-bron
8 Microprocessor
ALTAIR 5X PID
NL
10