Bouwlift
7
Opbouw
De GEDA Multilift P18 moet worden gemonteerd conform de montage-
en gebruiksaanwijzing en onder leiding van een door de ondernemer
aangewezen bevoegde persoon!
Montagepersoneel zie hfdst. 3.3
7.1
Veiligheidsinstructies
Maak u op de werkplaats vertrouwd met de werkomgeving, bijv. hindernissen in de werk-
en verkeerszone, draagvermogen van de grond en noodzakelijke afscherming van de
bouwplaats tot het openbare verkeersgebied.
Gevarenzone bij de GEDA MULTILIFT P18 STANDAARD afzetten.
Men moet ervoor zorgen dat aan de onderste laadplaats de gevarenzone is afgezet
-
(vloeromwering).
Onder de liftkooi mogen zich geen personen ophouden.
Tijdens het opbouwen mag de windsnelheid niet hoger zijn dan 45 km/h (= windkracht 5 -
6).
De nationale voorschriften ter preventie van ongevallen van de arbeidsinspectie en alle
geldende wetten en richtlijnen naleven.
Op losplaatsen met een valhoogte van 2,0 m moeten valbeveiligingen worden
aangebracht, die personen tegen naar beneden vallen moeten beschermen (alleen
originele GEDA etage-inrichtingen gebruiken).
Draagvermogen van de lift in acht nemen.
OPGELET
Tijdens de montage is het draagvermogen beperkt tot 500 kg.
Als de rode waarschuwingslamp voor overbelasting aan de liftkooibesturing brandt, dan is
de liftkooi te zwaar beladen. -Onmiddellijk het gewicht van de lading reduceren! In dit
geval wordt de besturing onderbroken, tot de rode controlelamp uitgaat.
Bij het monteren van de mast mag de uitstekende mast max. 9,5 m boven de laatste
mastverankering uit bereden worden (bovenkant slede tot mastbevestiging)! Tijdens het
bedrijf slechts 6 m (bij liftkooi 2,6 m x 1,4 m en 3,2 m x 1,4 m slechts 2 m).
Vergewis u ervan dat het metselwerk bestand is tegen de verankeringskrachten. Een
bouwvakker
moet
verankeringskrachten. Hiervan hangt ook af of pinnen of doorloopbouten moeten worden
gebruikt.
Montage- en bedieningshandleiding
controleren
of
Pagina 49 van 100
de
voorgevel
geschikt
is
voor
zulke
BL 111 NL Uitgave 01.2010