Pagina 1
® GEDA 300 Z / ZP Gebruiksaanwijzing Bouwlift / Transportplatform Voor lasten en personen Pagina 1 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...
Pagina 2
® GEDA 300 Z / ZP Pagina 2 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...
Pagina 3
® GEDA 300 Z / ZP GEBRUIKSAANWIJZING EG-conformiteitsverklaring LEIDRAAD ........................7 ........................7 EELDVOORSTELLINGEN ..........................7 AARSCHUWINGEN ..............8 VERZICHT VAN DE WAARSCHUWINGEN IN DE HANDLEIDING 1.3.1 Elektrische schok........................8 1.3.2 Geplet worden door lifteenheid....................8 1.3.3...
Pagina 4
® GEDA 300 Z / ZP VEILIGHEIDSINFORMATIE..................27 ........................27 OELMATIG GEBRUIK ....................... 27 RENZEN VAN DE MACHINE ....................27 MBOUWINGEN ERANDERINGEN ..................28 ANEENSCHAKELING MET ANDERE MACHINES ....................28 ...
Pagina 5
® GEDA 300 Z / ZP KORTE BESCHRIJVING VAN DE MACHINE ............44 BEDIENINGS- EN REGELELEMENTEN..............46 ......................... 46 OOFDSCHAKELAAR ........................46 ESTURING LIFTEENHEID ..........................47 ANDBESTURING ................47 ONTROLELAMP OVERBELASTING EN CONTACTDOOS .....................
Pagina 6
® GEDA 300 Z / ZP MONTAGE .........................67 ..................69 15.1 RANSPORT NAAR DE PLAATS VAN OPBOUW ..........................70 15.2 ONTAGESCHEMA ........................ 71 15.3 ASISEENHEID OPSTELLEN ..................71 15.4 ERSTE MASTVERANKERING AANBRENGEN ....................
Pagina 7
® GEDA 300 Z / ZP Leidraad U zult bij het lezen van deze handleiding een reeks voorstellingen en symbolen aantreffen, die de navigatie door en het begrijpen van de handleiding moeten vereenvoudigen. In wat volgt worden de verschillende betekenissen uitgelegd.
Pagina 8
® GEDA 300 Z / ZP Overzicht van de waarschuwingen in de handleiding 1.3.1 Elektrische schok GEVAAR Elektrische schok Delen ook na activering van de NOODSTOP of uitschakelen van de machine aan de hoofdschakelaar onder spanning. Bij alle werkzaamheden aan elektrische componenten.
Pagina 9
® GEDA 300 Z / ZP 1.3.5 Machine beveiligen tegen inschakelen GEVAAR Levensgevaar Door inschakelen van de machine bij onderhouds- / reparatiewerkzaamheden of bij defect. Hoofdschakelaar met een slot beveiligen tegen inschakelen. 1.3.6 Vallende gereedschappen / delen GEVAAR Levensgevaar Vallende gereedschappen / delen.
Pagina 10
® GEDA 300 Z / ZP 1.3.10 Beschermende kleding dragen GEVAAR Levensgevaar Brand- en explosiegevaar door de inzet van brandbare reinigingsmiddelen. Alleen geschikte, niet-brandbare reinigingsmiddelen inzetten. Geen stoomstraalapparaten / hogedrukreinigers inzetten. Elektrische componenten kunnen beschadigd worden. Niet met natte of vochtige handen aan contactdozen, kabels of elektrische componenten komen.
Pagina 12
® GEDA 300 Z / ZP Identificatiegegevens Machine Machinetype 300 Z / ZP Bouwjaar zie typeplaatje Fabrikant: GEDA Dechentreiter GmbH & Co. KG Straat: Mertinger Straße 60 Stad: D-86663 Asbach-Bäumenheim Land: Duitsland Tel.: ++49 (0)9 06 / 98 09-0 Fax:...
Pagina 13
Fax +7 (495) 663 24 49 Bestelling van onderdelen Bestelling van onderdelen uitsluitend via fabrikant / filiaal. Er mogen alleen originele GEDA onderdelen gebruikt worden. Alleen deze garanderen de volledige functionaliteit en veiligheid. Het gebruik van niet toegelaten onderdelen ontslaat ons van elke aansprakelijkheid voor hierdoor veroorzaakte schade.
Pagina 14
® GEDA 300 Z / ZP Technische gegevens Snelheden 400 V Rit: (12 m / min.) In het veiligheidsbereik (0-2m) Besturing liftkooi (12 m / min. resp. 9 m / min Buitenbesturing (12 m / min. resp. 9 m / min...
Pagina 15
Bevestigingsafstand Verticale afstand masthouders max. 6 m Verticale afstand sleepkabelgeleiding max. 6 m 3.5.3 Etagebeveiligingsdeuren Het bouwmodel van de lift GEDA 300 Z/ZP is samen met de GEDA etagebeveiligingsdeuren: GEDA COMFORT art.-nr.: 01212 GEDA STANDARD art.-nr.: 01217 GEDA STANDARD Basic art.-nr.: 01268...
Pagina 16
® GEDA 300 Z / ZP Mast 3.6.1 Neiging mast Verticale neiging van de mast max. 0,5°. Neiging tijdens en na de montage met geschikte middelen controleren. Technische opgaven voor de montage 3.7.1 Fundament Het fundament moet de betreffende lasten veilig overdragen naar de ondergrond.
Pagina 17
® GEDA 300 Z / ZP Aandraaimomenten 3.8.1 Mechanische schroefverbindingen zonder draaimomentcontrole Alle opgaven hebben betrekking op schroeven van de sterkteklasse 8.8 Aandraaimoment Aandraaimoment 25 Nm M 16 210 Nm M 10 49 Nm M 18 300 Nm M 12...
Pagina 18
® GEDA 300 Z / ZP 3.9.1 Europese windregio´s De exploitant is verantwoordelijk voor de toepassing van de juiste windregio. Plaatselijke omstandigheden zoals: bergen, baaien, dalen door huizen gevormde ravijnen, doorgangen, bebouwingen enz. kunnen windturbulenties veroorzaken en het noodzakelijk maken om een andere windregio te hanteren.
Pagina 19
® GEDA 300 Z / ZP 3.9.2 Opbouwgeometrie Pagina 19 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...
Pagina 20
® GEDA 300 Z / ZP Pagina 20 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...
Pagina 21
® GEDA 300 Z / ZP Tabel opbouwgeometrie Hoogte van de basiseenheid (met montagebrug) 2,3 m Max. afstand van de kabelgeleidingen 6 m Max. afstand van de eerste kabelgeleiding naar de 1 m kabelbox Bij etagedeur links openend...
Pagina 22
® GEDA 300 Z / ZP 3.9.3 Verankeringskrachten De verankeringskrachten moeten zeker door het gebouw / de steiger worden opgenomen. Evt. moet dit door een hiervoor gekwalificeerde bouwkundige gecontroleerd worden. De keuze van de bevestigingselementen is afhankelijk van de omstandigheden (deuvels / doorloopbouten).
Pagina 23
® GEDA 300 Z / ZP Opbouw voor de steiger A = 2,5 m; B = 2,48 m; C = 0,2 m Bovenste verankering Overige verankeringen (uitstekend deel van de (resp. bovenste verankering mast 3 m) zonder uitstekend deel van...
Pagina 24
® GEDA 300 Z / ZP 3.9.4 Stabiliteitsbuizen Bij bepaalde opbouwsituaties (zeer grote afstanden tot bevestigingspunten) kan het vereist zijn om de verankeringsbuizen tegen knikken te beschermen. Kniklengte Toelaatbare Aan de hand van de in de tabellen aangegeven krachten drukkracht kunnen de daadwerkelijke krachten in de buis worden berekend.
Pagina 25
® GEDA 300 Z / ZP 3.9.5 Bedrijfsmiddelen Vet: 2,64 lbs (1,2 kg) Klasse / Kwaliteit: NLGI 2 De hoeveelheid vet volstaat voor ca. 120 bedrijfsuren (3 maanden / 1- ploegs bedrijf). AGIP GR MU EP of gelijkwaardig vet. (Absoluut rekening houden met de mengbaarheid van het vet).
Pagina 26
® GEDA 300 Z / ZP 3.9.7 Controles De volgende controles werden reeds vóór de levering uitgevoerd: Dynamische controle van de vanginrichting met 1,25 van het maximale draagvermogen door vangtest. Elektrische controles volgens EN 60204. Functiecontroles. 3.9.8...
Pagina 27
De veiligheidsinformatie moet door alle personen die met werkzaamheden aan de machine belast zijn of die toezien op de genoemde kring van personen of deze instrueren, gelezen en in acht genomen worden. Niet- inachtneming van de veiligheidsinformatie ontslaat GEDA van elke aansprakelijkheid. Doelmatig gebruik...
Pagina 28
Het is verboden om de machine in bedrijf te nemen of te bedienen zonder eerst de handleiding te hebben gelezen. De handleiding moet voor verder gebruik in de buurt van de machine bewaard worden. GEDA is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van niet-inachtneming van de handleiding. Te voorzien misbruik Een van de hiervoor genoemde voorwaarden en van het genoemde doel afwijkend gebruik van de machine is streng verboden.
Pagina 29
Bronnen van gevaar / Restgevaren Zoals bij alle complexe machines bestaan ook bij GEDA-machines potentiële bronnen van gevaar. Deze zijn: 4.9.1 Beweeglijke, roterende en spitse delen en delen met scherpe randen ...
Pagina 30
GEDA-scholingen Om een maximale veiligheid en rendabiliteit bij het bedrijf van de machine mogelijk te maken geeft GEDA gedetailleerde scholingen. Bij de levering van de machine krijgen de exploitant en diens personeel uitvoerige instructies in werking, bedrijf, instandhouding, onderhoud en het elimineren van storingen.
Pagina 31
Nieuw personeel mag de machine alleen onder toezicht en leiding van ervaren personeel bedienen. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door hiervoor gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. De inzet van niet gekwalificeerd personeel is verboden en ontslaat GEDA van elke aansprakelijkheid. Pagina 31 van 101 Rev.: 001...
Pagina 32
® GEDA 300 Z / ZP Toegankelijkheid van noodzakelijke informatie De exploitant moet de voor de betreffende handeling noodzakelijke handleiding toegankelijk maken voor alle personen die belast zijn met bediening, onderhoud en instandhouding. Hij moet garanderen dat de betreffende personen de noodzakelijke handleidingen gelezen en begrepen hebben.
Pagina 33
De betreffende handleidingen moeten ter beschikking worden gesteld. 5.10 Volgen van de instructies van de GEDA monteurs Als de machine wordt opgebouwd door GEDA monteurs, dan moeten hun aanwijzingen altijd gevolgd worden. 5.11 Beschikbaarstelling van een persoonlijke beschermende...
Pagina 34
® GEDA 300 Z / ZP Tot het gebruik geautoriseerde kring van personen Bediener Persoon die op grond van zijn scholing en ervaring in staat is om de met het normale bedrijf verbonden functies en handelingen uit te voeren. Hiertoe behoort ook het vermijden van mogelijke risico´s en gevaren die zich bij het bedrijf van de machine kunnen voordoen.
Pagina 35
® GEDA 300 Z / ZP Na te leven veiligheidsinstructies Fundamentele handelwijze bij de omgang met de machine De machine moet bewust van gevaren, in technisch foutloze toestand en overeenkomstig de opgaven in deze handleiding gebruikt worden. Maak u vertrouwd met de werkwijze van de machine, de bedieningselementen en de veiligheidsinrichtingen.
Pagina 36
Als het gevaar bestaat dat er delen in de lifteenheid vallen, dan moet het GEDA beschermdak worden gebruikt. Transport van de machine / Verwerking van de machine Bij het transport met een vrachtwagen moeten de lading overeenkomstig de internationale transportrichtlijnen beveiligd worden.
Pagina 37
Voldoende plaats voorzien voor het openen van deuren en afdekkingen. Las-, brand- en slijpwerkzaamheden aan de machine mogen alleen worden uitgevoerd na overleg met en toestemming van GEDA. Rekening houden met gereduceerd hefvermogen van de lifteenheid bij de montage.
Pagina 38
® GEDA 300 Z / ZP Valbeveiligingen aan het gebouw mogen pas na de montage van de etagebeveiligingsdeuren worden verwijderd. De lift bedrijf worden genomen, alle etagebeveiligingsinrichtingen volledig gemonteerd en gecontroleerd zijn. Eerste inbedrijfstelling / Dagelijkse inbedrijfstelling Controleren of: ...
Pagina 39
Als het gevaar bestaat dat gereedschappen / delen in de lifteenheid vallen, dan moet het GEDA beschermdak worden gebruikt. GEVAAR Levensgevaar Geplet raken, afrukken van ledematen.
Pagina 40
® GEDA 300 Z / ZP Materiaaltransport De bedieners zijn verantwoordelijk voor het laden en lossen conform de voorschriften en voor de correcte beveiliging van de lading. Geschikte hefwerktuigen inzetten voor het laden en lossen. Alleen hefwerktuigen inzetten die zijn ontworpen voor het gewicht van de lading.
Pagina 41
® GEDA 300 Z / ZP Onderhoud / Reparatie / Instandhouding / Werkzaamheden aan elektrische componenten Alle relevante personen (bijv. bedieningspersoneel, meerderen) moeten vóór het begin van de werkzaamheden over de uitvoering geïnformeerd worden. Vóór de uitvoering van onderhouds- / reparatiewerkzaamheden moet de machine aan de hoofdschakelaar uitgeschakeld en tegen onbevoegd inschakelen beveiligd worden.
Pagina 42
Las-, brand- en slijpwerkzaamheden aan de machine mogen alleen worden uitgevoerd na overleg met en toestemming van GEDA. Eerste inbedrijfstelling / Dagelijkse inbedrijfstelling Controleren of: ...
Pagina 43
® GEDA 300 Z / ZP 7.10 Wat te doen in noodgevallen Bedrijfsinterne instructies over wat te doen in geval van nood / het evacuatieplan moeten in acht worden genomen. Delen van de machine nooit gebruiken als klimhulp.
Pagina 44
® GEDA 300 Z / ZP Korte beschrijving van de machine WAARSCHUWING De korte beschrijving vormt slechts een algemeen overzicht. Hij vormt geen grondslag voor een bedrijf volgens de voorschriften door ondeskundigen. Het bedrijf en de instructie van het personeel gebeurt altijd aan de hand van de uitvoerige beschrijving in het betreffende hoofdstuk van deze handleiding.
Pagina 45
® GEDA 300 Z / ZP Beveiliging / Kenmerking van de onderste gevarenzone Als er geen omheining wordt gebruikt, dan moet de gevarenzone rond de machine voldoende gekenmerkt en beveiligd worden. Nationale regels voor de beveiliging / kenmerking van de gevarenzone moeten in acht worden genomen.
Pagina 46
® GEDA 300 Z / ZP Bedienings- en regelelementen Hoofdschakelaar Dient voor het in- / uitschakelen bij begin / einde van het werk. Bij storingen of onderhouds- / reparatiewerkzaamheden en aan het einde van het werk moet de hoofdschakelaar met een slot tegen inschakelen beveiligd worden.
Pagina 47
® GEDA 300 Z / ZP Handbesturing (Gebruik als bouwlift) 1 = NOODSTOP 2 = Keuzeschakelaar HAND (I) - AUTOMATISCH (II) 3 = OMHOOG-toets 4 = OMLAAG-toets Controlelamp overbelasting en contactdoos 5 = Contactdoos 230 V / 16 Amp. 6 = Controlelamp overbelasting Pagina 47 van 101 Rev.: 001...
Pagina 48
® GEDA 300 Z / ZP Toegang lifteenheid grondstation Openen / Sluiten AANWIJZING De toegang lifteenheid grondstation kan alleen worden geopend als de lifteenheid zich aan het grondstation bevindt. Laadplatform (1) met één hand naar binnen drukken / trekken.
Pagina 49
® GEDA 300 Z / ZP Toegang lifteenheid gebouw Openen / Sluiten AANWIJZING De toegang lifteenheid gebouw mag alleen worden geopend als de lifteenheid zich op de etage bevindt. Vergrendeling (1) naar de lifteenheid duwen / trekken en hem naar boven zwenken.
Pagina 50
® GEDA 300 Z / ZP Vangproefbesturing (Gebruik alleen door geautoriseerd personeel). De vangproefbesturing dient uitsluitend voor de uitvoering van een vangtest of om omhoog te bewegen als de lifteenheid te ver omlaag is gegaan. 1 = NOODSTOP-toets 2 = OMHOOG resp. vrijrijtoets...
Pagina 51
® GEDA 300 Z / ZP Bescherm- en noodinrichtingen Omvangrijke bescherm- en noodinrichtingen garanderen dat gevaren en personen efficiënt worden gescheiden. De machine bezit de volgende bescherm- en noodinrichtingen: Bescherm- en noodinrichting Standaard optionele voorhanden aanbouw NOODSTOP-knop Vanginrichting Veiligheidsstop 2 m boven de...
Pagina 52
® GEDA 300 Z / ZP 10.1 NOODSTOP NOODSTOP alleen activeren in geval van nood. De machine bezit 3 NOODSTOPS: Besturing lifteenheid Handbesturing Vangproefbesturing GEVAAR Elektrische schok Delen ook na activering van de NOODSTOP of uitschakelen van de machine aan de hoofdschakelaar onder spanning.
Pagina 53
® GEDA 300 Z / ZP 10.5 Positie van de NOODSTOP-knop Besturing lifteenheid Handbesturing Vangproefbesturing Pagina 53 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...
Pagina 54
® GEDA 300 Z / ZP 10.6 Veiligheidsstop Veiligheidsstop Door veiligheidsstop stopt lifteenheid ca. 2 m boven de grond. Gedurende ca. 3 seconden weerklinkt een waarschuwingssignaal. Vervolgens kan de rit door de toets OMLAAG in te drukken grondstation worden voortgezet.
Pagina 55
® GEDA 300 Z / ZP 10.10 NOOD-aflaat (remluchthefboom) De remluchthefboom (1) dient uitsluitend voor het bereiken van de eerstvolgende lagere etage in geval van nood. Hierdoor kunnen ingesloten personen zich evt. zelf evacueren hoofdstuk Bergen van personen uit de lifteenheid.
Pagina 56
® GEDA 300 Z / ZP Landspecifieke uitrustingsvarianten / Toebehoren 11.1 Oprijrooster Dient bescherming lifteenheid, als deze op hindernissen stuit. Het oprijrooster (1) klapt bij contact met de hindernis omhoog en schakelt daardoor de beweging uit. AANWIJZING Oprijroosters zijn sommige landen door nationale regelingen voorgeschreven.
Pagina 57
® GEDA 300 Z / ZP 11.3 Montagebrug De montagebrug (1) dient voor de montage van mastdelen vanuit het platform, bijv. voor een gevel als er geen steiger beschikbaar is. De montagebrug mag alleen tijdens het opbouwen en afbreken worden gebruikt.
Pagina 58
® GEDA 300 Z / ZP 11.5 Ombouw toegang aan de voorkant / Aanbouw van een tweede toegang De standaard toegang (1) naar de lifteenheid kan - indien het gebruiksdoel van de lift dit vereist - positie worden aangebouwd. Alternatief kan er ook een tweede toegang (2) gemonteerd worden.
Pagina 59
® GEDA 300 Z / ZP 11.6 Omheining met kast WAARSCHUWING De afstand van de omheining tot zich bewegende delen moet minstens 0,5 m bedragen. AANWIJZING De kast kan naar keuze links- of rechts aangeslagen worden. Montage Elementen van de...
Pagina 60
® GEDA 300 Z / ZP 11.7 Houder voor individueel leiraam Ladingen hoger dan het platform (bijv. steigerbuizen) kunnen met deze houder beveiligd getransporteerd worden. De verticale buizen met de speciale koppelingen (3) aan de platformdragers schroeven. Met stellingkoppelingen op goed bereikbare hoogte (ca.
Pagina 61
® GEDA 300 Z / ZP Dagelijkse controles vóór het begin van het werk Om de veiligheid bij de omgang met de machine te garanderen is de opzichter / platformleider / de door de exploitant aangewezen persoon verplicht om een dagelijkse controle van bepaalde machinebereiken / - delen uit te voeren.
Pagina 62
® GEDA 300 Z / ZP 12.2 Functiecontroles 12.2.1 Proefrit met lege lifteenheid Ongewone geuren, geluiden, trillingen. Olie- / vetlekkage. Lifteenheid tot aan de maximale hoogte bewegen. Stop van de lifteenheid op de juiste positie. ...
Pagina 63
® GEDA 300 Z / ZP Bergen van ingesloten personen Een berging kan noodzakelijk worden bijv. bij ontbrekende netspanning. bij storingen van de elektrische installatie. door de uitval van de aandrijving. door activeren van de vanginrichting.
Pagina 64
® GEDA 300 Z / ZP De volgorde van de maatregelen moet afhankelijk van de concrete situatie evt. door de opzichter / het reddingspersoneel gewijzigd worden. 13.2 Maatregelenplan berging Personen in de lifteenheid: Maatregel 1: Controle van de sleutelschakelaar. Evt. werd deze per ongeluk geactiveerd.
Pagina 65
® GEDA 300 Z / ZP 13.3 van personen uit de lifteenheid Berging Maatregel 1: Sleutelschakelaar Sleutelschakelaar (1) in stand I draaien. Toets OMHOOG (2) of OMLAAG (3) indrukken om de rit voort te zetten. Lifteenheid vertrekt. Maatregel 2: Zelf bergen met NOOD-aflaat...
Pagina 66
® GEDA 300 Z / ZP Reiniging Uitvoering, noodzakelijke beschermende kleding, reinigingsmiddelen en apparaten overeenkomstig geldige bedrijfsvoorschrift exploitant. GEVAAR Levensgevaar Brand- en explosiegevaar door de inzet van brandbare reinigingsmiddelen. Alleen geschikte, niet-brandbare reinigingsmiddelen inzetten. Geen stoomstraalapparaten / hogedrukreinigers inzetten. Elektrische componenten kunnen beschadigd worden.
Pagina 67
Voldoende plaats voorzien voor het openen van deuren en afdekkingen. Las-, brand- en slijpwerkzaamheden aan de machine mogen alleen worden uitgevoerd na overleg met en toestemming van GEDA. Rekening houden met gereduceerd hefvermogen van de lifteenheid bij de montage.
Pagina 68
® GEDA 300 Z / ZP Tijdens de montage van de lifteenheid nooit: o tijdens de rit in de rijweg grijpen of leunen. o tijdens de rit delen laten uitsteken in de rijweg. o op de lading gaan staan.
Pagina 69
® GEDA 300 Z / ZP 15.1 Transport naar de plaats van opbouw Controleer de levering op volledigheid en transportschade. Transportschade onmiddellijk melden. Verpakking / Beschermende afdekkingen deskundig verwerken resp. bewaren voor een later transport. Lossen / Laden van de basiseenheid met een stapelaar Het laden resp.
Pagina 70
® GEDA 300 Z / ZP 15.2 Montageschema De opbouw gebeurt in principe overeenkomstig het volgende schema. Montageschema 1. Basiseenheid opstellen 1. Uitrichten 2. Draagschijf vastschroeven met het fundament. 3. Aansluiting aan het elektrische net van de exploitant 2. Mast opbouwen 1.
Pagina 71
® GEDA 300 Z / ZP 15.3 Basiseenheid opstellen De basiseenheid moet horizontaal en in een rechte hoek ten opzichte van het gebouw / de steiger worden uitgericht. Krachtoverdracht naar het fundament gebeurt uitsluitend via lastverdelende ondergronden (oppervlak min. = 0,25 m²).
Pagina 72
® GEDA 300 Z / ZP 15.5 Transport door nauwe ruimtes Voor het transport door nauwe ruimtes (bijv. door deuren enz.) kan de bodemmodule van de lifteenheid omhoog worden geklapt. Afmetingen met omhoog geklapte bodemmodule Breedte = 0,87 m Hoogte...
Pagina 73
® GEDA 300 Z / ZP 15.5.1 Demontage van de toegangen Steekverbindingen (1) van de toegangen (A-C) aan de bodemmodule losmaken. Steekverbindingen (1) evt. kenmerken om te vermijden dat ze verwisseld worden. De schroeven (2) van het raam aan de toegang (A-C) en C losdraaien en ca.
Pagina 74
® GEDA 300 Z / ZP 15.5.2 Demontage van de voorwand De beide schroeven (10) van de voorwand (9) losdraaien. Voorwand uit de bodemmodule tillen en verwijderen. 15.5.3 De lifteenheid omhoog klappen Borgclip (1) verwijderen. Steekbout (2) verwijderen.
Pagina 75
® GEDA 300 Z / ZP 15.5.4 Oprijbuffer verwijderen AANWIJZING Als het noodzakelijk is om de hoogte verder te reduceren, dan kunnen oprijbuffers verwijderd en kan vervolgens de basiseenheid voorzichtig op het raam neergelaten worden. Schroef van de buffer (1) losdraaien.
Pagina 76
® GEDA 300 Z / ZP 15.6 Opbouw / Verankering van de mast De opbouw en de verankering van de mast gebeurt in principe vanuit de lifteenheid en de steiger. Bij montage zonder steiger gebeurt de verankering met een masthouder aan het gebouw vanuit de montagebrug.
Pagina 77
® GEDA 300 Z / ZP 15.6.1 Masthouder monteren Voor het monteren van de masthouder zo ver omhoog rijden, dat deze gemakkelijk gemonteerd kan. worden. De minimale afstand tot de montagebrug bedraagt 5 cm. WAARSCHUWING Gevaar van botsingen De vrije buisuiteinden mogen niet over de mastdiameter / de rijweg van de lifteenheid uitsteken.
Pagina 78
® GEDA 300 Z / ZP 15.6.2 Sleepkabelleiding Sleepkabelleidingen moeten worden aangebracht om te garanderen, dat sleepkabel probleemloos in de kabelbox loopt. Hoe windgevoeliger de locatie van de lift is, des te korter moeten de afstanden van de sleepkabelleidingen zijn.
Pagina 79
® GEDA 300 Z / ZP 15.6.3 Gebruik van de montagebrug De montagebrug dient uitsluitend voor de montage van de mast vanuit de lifteenheid. Voor elk gebruik van de lifteenheid moet gecontroleerd worden of de veiligheidspal van de montagebrug helemaal gearrêteerd is (tweede tand).
Pagina 80
Op alle laad- en losplaatsen waar gevaar van een val van meer dan 2 m hoogte bestaat, moeten valbeveiligingen worden aangebracht. Er mogen alleen valbeveiligingen worden aangebracht waar zonder gevaar overheen kan worden gelopen. Gekeurde GEDA liften mogen alleen met eveneens gekeurde GEDA etagebeveiligingsdeuren worden gebruikt.
Pagina 81
® GEDA 300 Z / ZP 15.6.6 Controles na de montage / Controles vóór de eerste inbedrijfstelling Controles uitvoeren overeenkomstig de opgaven in het hoofdstuk Controles. Demontage De demontage gebeurt in de regel in omgekeerde volgorde. Verwerking van de machine...
Pagina 82
® GEDA 300 Z / ZP ONDERHOUD WAARSCHUWING Vóór alle onderhouds- / reparatiewerkzaamheden moet de complete handleiding worden gelezen. Bij onduidelijkheden ten aanzien van aard en omvang van de uit te voeren werkzaamheden, gevaren die hierbij ontstaan en over te treffen maatregelen om deze af te weren, zijn de werkzaamheden verboden.
Pagina 83
® GEDA 300 Z / ZP GEVAAR Elektrische schok Delen ook na activering van de NOODSTOP of uitschakelen van de machine aan de hoofdschakelaar onder spanning. Bij alle werkzaamheden aan elektrische componenten. Netvoeding vóór de hoofdschakelaar onderbreken. WAARSCHUWING Levensgevaar Opgetilde last...
Pagina 84
® GEDA 300 Z / ZP 18.3 Controles Bij de controles worden de toestand, het voorhanden zijn en de werking van de veiligheidstechnisch relevante kenmerken van de machine gecontroleerd door geschikte procedures. Geschikte procedures zijn: zichtcontroles functie- en effectiviteitscontroles ...
Pagina 85
® GEDA 300 Z / ZP Documentatie van de resultaten De exploitant moet de resultaten van de controles documenteren. De documentatie moet gedurende een redelijke periode, minstens echter gedurende de levensduur van de machine bewaard worden. Aan de machine moet een bewijs van de uitvoering van de laatste controle worden aangebracht.
Pagina 86
® GEDA 300 Z / ZP 18.4.1 Proefrit met lege lifteenheid Ongewone geuren, geluiden, trillingen. Olie- / vetlekkage. Lifteenheid tot aan de maximale hoogte bewegen. Stop van de lifteenheid op de juiste positie. Verder bewegen naar boven niet meer mogelijk.
Pagina 87
® GEDA 300 Z / ZP 18.5 Bijvul- en controlewerkzaamheden 18.5.1 Smeerinrichting VOORZICHTIG Geen vet met vaste smeerstoffen gebruiken. Smeerinrichting kan beschadigd worden. Vullen via nippel Vetpers op nippel (1) zetten (onderkant van het reservoir). Reservoir tot aan de markering "MAX"...
Pagina 88
® GEDA 300 Z / ZP 18.6 Slijtagecontroles WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door falen van componenten Bij overschrijden van de aangegeven slijtagegrenzen moeten de delen onmiddellijk vervangen worden. Tot aan de vervanging van de delen is het bedrijf van de machine verboden. Bovendien alle delen controleren op beschadigingen (vervorming, scheuren, lekken/barsten enz.).
Pagina 89
® GEDA 300 Z / ZP 18.6.3 Looprollen Looprol (wit) art.-nr. 13060 Slijtagegrens (diameter) Ø min. Ø normaal 77 mm -0,30 Bovendien speling en toestand van het lager controleren. Borgring moet voorhanden zijn. Looprol met afschuiving (wit) art.-nr. 18013 Slijtagegrens (diameter) Ø...
Pagina 90
Luchtspleet moet op elke plaats gelijk zijn. Luchtspleet altijd op meerdere plaatsen controleren. In aanvulling tot deze opgaven absoluut de opgaven in de handleiding van de fabrikant in acht nemen. Niet-inachtneming ontslaat GEDA van elke aansprakelijkheid. Motor spanningsvrij schakelen.
Pagina 91
® GEDA 300 Z / ZP 18.7 Functiecontroles 18.7.1 Vanginrichting WAARSCHUWING Verwondingsgevaar De vangtest mag alleen worden verricht door een bevoegde persoon, die door de ondernemer is aangewezen en op basis van zijn opleiding of kennis en praktische ervaring de gevaren kan inschatten en de veilige toestand van de vanginrichting kan beoordelen.
Pagina 92
® GEDA 300 Z / ZP Toets OMHOOG (1) indrukken, tot de lifteenheid zich op ca. 6 m hoogte bevindt. Draaitoets (2) draaien. Rem opent, lifteenheid valt naar beneden. De vanginrichting moet de lifteenheid na ca. 2-3 m stoppen.
Pagina 93
Moer (1) vastdraaien. 18.7.5 Vervanging van de vanginrichting GEDA vanginrichtingen moeten ten laatste na 5 jaar door nieuwe GEDA vanginrichtingen (vervangende vanginrichtingen) worden vervangen. De verplichting tot de vervanging geldt zowel voor materiaal- als voor personenliften. Pagina 93 van 101 Rev.: 001...
Pagina 94
® GEDA 300 Z / ZP 18.8 Storingstabel WAARSCHUWING Opsporing en eliminering van storingen alleen laten uitvoeren door speciaal daarvoor geschoold en geautoriseerd personeel. In wat volgt vindt u mogelijke storingen en de bijhorende oplossing. Storing Oorzaak Oplossing Groene controlelamp uit...
Pagina 95
® GEDA 300 Z / ZP Documentatie van de controles Documentatie over een regelmatige controle volgens onderhoudsschema uitzonderlijke controle na bijzondere voorvallen Naam: Serienummer: Bouwjaar: Fabrieksnummer: De machine werd op______________ onderworpen aan een controle. Daarbij werden geen ...
Pagina 96
® GEDA 300 Z / ZP Documentatie over een regelmatige controle volgens onderhoudsschema uitzonderlijke controle na bijzondere voorvallen Naam: Serienummer: Bouwjaar: Fabrieksnummer: De machine werd op______________ onderworpen aan een controle. Daarbij werden geen de volgende gebreken vastgesteld:...
Pagina 97
® GEDA 300 Z / ZP Documentatie over een regelmatige controle volgens onderhoudsschema uitzonderlijke controle na bijzondere voorvallen Naam: Serienummer: Bouwjaar: Fabrieksnummer: De machine werd op______________ onderworpen aan een controle. Daarbij werden geen de volgende gebreken vastgesteld:...
Pagina 98
® GEDA 300 Z / ZP Documentatie over een regelmatige controle volgens onderhoudsschema uitzonderlijke controle na bijzondere voorvallen Naam: Serienummer: Bouwjaar: Fabrieksnummer: De machine werd op______________ onderworpen aan een controle. Daarbij werden geen de volgende gebreken vastgesteld:...
Pagina 99
® GEDA 300 Z / ZP Documentatie over een regelmatige controle volgens onderhoudsschema uitzonderlijke controle na bijzondere voorvallen Naam: Serienummer: Bouwjaar: Fabrieksnummer: De machine werd op______________ onderworpen aan een controle. Daarbij werden geen de volgende gebreken vastgesteld:...
Pagina 100
® GEDA 300 Z / ZP Ruimte voor aantekeningen Aantekening gemaakt Naam: / Datum Positie Pagina 100 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...
Pagina 101
® GEDA 300 Z / ZP Ruimte voor aantekeningen Aantekening gemaakt Naam: / Datum Positie Pagina 101 van 101 Rev.: 001 BL 121 NL Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing 2011 / 05...