Bouwlift
Sleepkabelleiding
Sleepkabelleidingen moeten worden aangebracht om te
garanderen, dat sleepkabel probleemloos in de kabelbox
loopt. Hoe windgevoeliger de locatie van de machine is,
des
te
korter
sleepkabelleidingen zijn.
Max. afstand: 6 m.
Eerste sleepkabelleiding (5) aanbrengen op een
afstand van ca. 1 m tot de bovenste rand van de
kabelbox.
Sleepkabelgeleiding
-
rubber slangen aan aandrijfzijde
monteren aan de ronde buis van
de rechter mast en in het
midden
uitrichten
kabelhouder aan de slede.
(Afstand
tot
vierkante
buis
kabelhouder ca. 20 mm).
OPGELET
Gevaar van botsingen met de slede!
Montagebescherming voor beide masten naar boven schuiven en inhangen.
Toets OMHOOG indrukken en tot aan het einde van het opgezette mastdeel omhoog
rijden.
Montagebeschermplaten weer neerlaten.
Aan beide kanten nog een mastdeel erop zetten en vastschroeven.
Zoals beschreven aan beide kanten nog twee mastdelen erop zetten.
De eerste beide mastankers worden op een hoogte van max. 8 m ingericht.
Montagebescherming naar boven schuiven en inhangen.
De liftkooi zo ver omhoog rijden, dat de verankering op een montagevriendelijke hoogte
kan worden gezet.
Montagebescherming weer neerlaten.
Montage- en bedieningshandleiding
moeten
de
afstanden
met
de
op
de
de
verticale
van
de
Afb. 33 Sleepkabelgeleiding
van
de
Pagina 54 van 100
5
BL 111 NL Uitgave 01.2010