Bouwlift
3.1
Tot het doelmatig gebruik behoren,
Het naleven van de door de fabrikant voorgeschreven voorwaarden m.b.t. de montage,
het gebruik en onderhoud (montage- en gebruiksaanwijzing).
er rekening mee houden dat andere personen foutief gedrag kunnen vertonen.
de inachtneming van nationale bedrijfsvoorschriften.
3.2
Gevolgen bij niet-doelmatige inzet van het apparaat
Gevaar voor lijf en leven van de gebruiker of van derden.
Beschadiging van de machine en van andere voorwerpen van waarde.
3.3
Vereisten waaraan het montagepersoneel moet voldoen
De machine mag alleen door bevoegde personen worden gemonteerd, bediend en
onderhouden die op basis van hun opleiding of kennis en praktijkervaring de garantie bieden
voor een deskundig gebruik, en die over de gevaren zijn geïnstrueerd. Deze personen
moeten door de ondernemer zijn aangewezen voor het monteren, demonteren en
onderhouden.
3.4
Bedieningspersoneel
De machine mag alleen door personen worden bediend, die op basis van hun opleiding of
kennis en praktijkervaring de garantie bieden voor een deskundig gebruik. Deze personen
moeten
door de ondernemer voor het bedienen zijn aangewezen.
dienovereenkomstig zijn geïnstrueerd en van de gevaren op de hoogte zijn.
met de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing vertrouwd zijn.
nationale voorschriften in acht nemen.
Restgevaren
Ondanks alle getroffen maatregelen bestaan er nog restgevaren.
De restgevaren zijn potentiële gevaren die niet op het eerste oog worden
waargenomen, zoals bijv.:
verwondingen door ongecoördineerde werkzaamheden.
gevaar door storing in de besturing.
gevaar door werkzaamheden aan de elektrische installatie.
gevaar door beschadiging van de lastopnamemiddelen.
gevaar door naar beneden vallen van ondeskundig beveiligde lading.
gevaar door hoge windsnelheden (> 72 km/h).
gevaar door betreden en verlaten van de liftkooi.
Montage- en bedieningshandleiding
Pagina 14 van 100
BL 111 NL Uitgave 01.2010