Bouwlift
6
Transport
Transport van de lift laten uitvoeren door ervaren en bevoegde
personen. (Gewicht van de basiseenheid zie hoofdstuk 5.)
6.1
Controle bij ontvangst van de lift
Controleer de zending op transportschade en op volledigheid conform uw bestelling.
Bij transportschade onmiddellijk de expediteur en handelaar op de hoogte brengen.
6.2
Het laden en lossen van de machine
Het laden resp. lossen van de machinedelen gebeurt met een heftruck of een kraan.
6.2.1 Optillen met een heftruck
Heftruckdragers (1) zitten aan de toegangszijde en
onder de grondmast van de basiseenheid.
OPGELET
Heftruckijzers moeten minstens 2,10 m lang zijn, of voor passende steunen zorgen.
6.2.2 Optillen met een kraan
Om op te tillen met een kraan moet de montageklep van het dak (zie hfdst. 7.2) geopend
worden.
Kraanhaken met kettinghangwerk door de geopende montageklep leiden.
Kettinghangwerk (4) inhangen aan de 4 kraanogen (3)
(kraanogen zitten aan alle 4 de hoeken van de
middelste vloermodule van de liftkooi).
Basiseenheid optillen.
AANWIJZING
Strenglengte van het kettinghangwerk min. 3 m
Montage- en bedieningshandleiding
Pagina 48 van 100
1
Afb. 27 Heftruckdrager
3
Afb. 28 Kraanogen voor kettinghangwerk
BL 111 NL Uitgave 01.2010
4