Bouwlift
AANWIJZING
Vóór de eerste inbedrijfstelling met nieuwe mastdelen moeten de tandstangen met de hand
gesmeerd worden!
Na de volledige montage van de bouwlift moeten de montagebeschermplaten boven zijn
ingehangen en de montageklep van het dak gesloten worden (zie Afb. 29 en Afb. 30).
7.3.3 Nood-eindschakelaarbeugel
Nood-eindschakelaarbeugel
Als bovenste stoppunt, voordat het aandrijfrondsel de
tandheugels
eindschakelbeugel (1) worden gemonteerd. Een
minimum afstand van 1,10 m tot het bovenste uiteinde
van de mast moet worden aangehouden (aan deze
beugel
wordt
bedrijfseindeschakelaar resp. de Nood-einschakelaar
in geval van storingen gestopt).
Vanuit de liftkooi de eindschakelaarbeugel (1) met de
-
steigerklem aan de ronde buis van de rechter mast
schroeven.
De mast mag in het bedrijf max. 6 m (met de liftkooi 2,6 m x 1,4 m en
3,2 m x 1,4 m maar 2 m) boven de laatste mastverankering uit worden
bereden (mastverankering tot aan bovenkant slede). De Nood-
eindschakelaarbeugel moet dienovereenkomstig diep worden gezet.
7.4
Beveiliging van de laad- en losplaatsen
Op alle laad- en losplaatsen waar gevaar voor een val van meer dan 2 m bestaat, moeten
valbeveiligingen worden aangebracht om het vallen van personen te voorkomen.
Voor de gecontroleerde en gekeurde GEDA liften zijn alleen etagedeuren toegelaten, die in
combinatie met een platform een veilige overgang naar het gebouw garanderen.
De GEDA etagedeuren met het art.-nr. 01212, 01217, 29250 en 29280 zijn samen met de
GEDA-MULTIFIFT P18 gecontroleerd en gekeurd, en vervullen deze eisen.
AANWIJZING
De montage van de etage-inrichtingen is beschreven in speciaal hiervoor meegeleverde
gebruiksaanwijzingen.
Montage- en bedieningshandleiding
verlaat,
moet
de
lift
door
Pagina 59 van 100
een
Nood-
de
OMHOOG-
Afb. 39 Nood-eindschakelaarbeugel
1
BL 111 NL Uitgave 01.2010