5. Leg de nieuwe riem rond de motorpoelie en de
poelies van het maaidek (Figuur 68).
6. Gebruik een veerverwijderaar (Toro
onderdeelnummer 92-5771) en plaats de
spanpoelieveer terug op de maaidekhaak om
spanning op de spanpoelie en riem te zetten
(Figuur 67 en Figuur 68).
Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Schuif het maaidek onder de machine.
4. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
5. Hef de achterkant van het maaidek op en leid
de ophangbeugels over de achterste hefstang
(Figuur 66).
6. Bevestig de voorste steunstang aan het maaidek met
de gaffelpen en de R-pen (Figuur 65).
7. Monteer de drijfriem van het maaidek op de
motorpoelie; zie Drijfriem van maaidek vervangen.
Grasgeleider vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de grasgeleider
op schade.
WAARSCHUWING
Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan
het maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact
komen met het mes.
Gebruik de machine nooit zonder dat de
grasgeleider, de uitworpafsluiter of het
grasopvangsysteem is gemonteerd.
Controleer vóór elk gebruik de grasgeleider op schade.
Vervang vóór gebruik beschadigde filterelementen.
1. Ga naar de onderdelen die worden getoond in
Figuur 69.
3
2
1
1. Maaidek
2. Grasgeleider
3. Beugel van grasgeleider
4. Stang
2. Verwijder de moer (3/8 inch) van de stang onder
het maaidek (Figuur 69).
3. Schuif de stang uit de korte afstandhouder, veer en
grasgeleider (Figuur 69). Verwijder een beschadigde
of versleten grasgeleider.
4. Monteer de grasgeleider (Figuur 69).
5. Schuif de stand bij het rechte uiteinde door achterste
beugel van de grasgeleider.
6. Plaats de veer op de stang, met de einddraden
omlaag, tussen de beugels van de grasgeleider. Schuif
de stang door de tweede beugel van de grasgeleider
(Figuur 69).
7. Steek de stang aan de voorkant van de grasgeleider in
de korte afstandhouder op het maaidek. Bevestig het
achterste uiteinde van de stang in het maaidek met
een moer (3/8 inch) (Figuur 69).
Belangrijk: De grasgeleider moet onder
veerspanning omlaag worden gehouden. Til de
grasgeleider omhoog om te controleren of deze
volledig omlaag klapt.
47
4
7
G005192
Figuur 69
5. Veer
6. Moer (3/8 inch)
7. Korte afstandhouder
5
6