1
1. Stelstang
2. Stelblok
7. Om de voorkant van het maaidek hoger te zetten,
draait u de stelmoer vaster. Om de voorkant van het
maaidek lager te zetten, draait u de stelmoer losser.
8. Na de afstelling moet u de schuimstand van het
maaidek nogmaals controleren. Ga door met het
instellen van de moer tot het uiteinde van het voorste
mes 1,6-7,9 mm lager is dan het uiteinde van het
achterste mes (Figuur 62 en Figuur 63).
9. Als de schuinstand correct is, moet u nogmaals
controleren of het maaidek horizontaal staat; zie
Maaidek horizontaal stellen.
Maaidek verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
4. Verwijder de R-pen uit de voorste steunstang
en neem de stang uit de beugel van het maaidek
(Figuur 65). Laat de voorkant van het maaidek
voorzichtig neer op de grond.
3
2
G014634
Figuur 64
3. Borgmoer
3
1. Voorste steunstang
2. Borgmoer
5. Hef het maaidek en de ophangbeugels op van de
achterste hefstang en laat het maaidek voorzichtig
neer op de grond (Figuur 66).
2
2
1
1. Maaidek
2. Ophangbeugel
6. Schuif het maaidek naar achteren om de drijfriem
van het maaidek te verwijderen van de motorpoelie.
7. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere
montage.
45
2
1
G014635
Figuur 65
3. Beugel van maaidek
2
2
3
3
G005077
Figuur 66
3. Achterste hefstang