2
Figuur 21
1. Maaihoogtehendel
2. Maaihoogtestanden
1. Trek de hendel omhoog en naar binnen om de
gewenste maaihoogte in te stellen.
2. Als de gewenste maaihoogte is bereikt, laat u de
hendel langzaam zakken tot de stand wordt geborgd.
De transportstand is de hoogste maaihoogstestand of
maaihoogte 115 mm (Figuur 21).
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine het
best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Model met maaidekken van 107 cm
1. Zet de stoel omhoog en draai de stelbouten net
zover los dat u de stoel kunt bewegen (Figuur 22).
3
1
G015319
3. 115 mm, transportstand
1
1. Stelbout
2. Verschuif de zitting in de gewenste positie en draai
de bouten weer vast.
Model met maaidekken van 127 cm
Breng de stoelhendel iets omhoog terwijl u op de
bestuurdersstoel zit en beweeg de stoel naar voren of
naar achteren naar de gewenste stand (Figuur 23).
G014969
Rijhendels afstellen
De hoogte instellen
De rijhendels kunnen hoger of lager worden gesteld
volgens de wensen van de bestuurder.
1. Verwijder de 2 bouten waarmee de rijhendels is
bevestigd aan de schacht van de bedieningsarm
(Figuur 24).
2. Zet de rijhendels in de volgende groep openingen.
Zet de hendel vast met de 2 bouten (Figuur 24).
23
G014477
Figuur 22
1
Figuur 23