2
3
4
Figuur 57
Maaidekken met 2 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
2
3
4
Figuur 58
Maaidekken met 3 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
5. Meet tussen de buitenste snijranden en het platte
oppervlak (Figuur 57 en Figuur 58). Als beide
afstanden groter zijn dan 5 mm, moeten deze worden
bijgesteld; ga verder met de rest van deze procedure.
6. Ondersteun het gewicht van het maaidek door
houten blokken onder de randen van het dek te
plaatsen.
Opmerking: De blokken niet onder
antiscalpeerrollen plaatsen (indien aanwezig op het
maaidek).
7. Ga naar de linkerkant van de machine. Verwijder de
zijslotbout en borgmoer uit de geborgde stand en
breng ze aan in de achterste gleuf (Figuur 59).
1
G009682
3
2
4
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot ht platte
oppervlak hier.
G005278
3
1
2
4
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot ht platte
oppervlak hier.
5
4
1. Ophangbeugel
2. Gleufstand
3. Geborgde stand
8. Draai de achterste borgmoer op de ophangbeugel
los (Figuur 60).
3
4
1. Ophangbeugel
2. Achterste borgmoer
9. Draai de borgmoer aan de zijkant op de
ophangbeugel los genoeg om de hanger te kunnen
verstellen (Figuur 60). Gebruik de inkepingen op de
gelaste beugel om de aanpassing af te meten. Elke
inkeping komt overeen met 0,25 inch (iets minder
dan 6,5 mm) en één zijde met 0,125 inch (iets minder
dan 3,2 mm) (Figuur 61). Stel de hoogte van het
maaidek in naar wens.
43
G015323
1
3
2
Figuur 59
4. Borgmoer aan de zijkant.
5. Zijstelbout
1
2
G015324
Figuur 60
3. Borgmoer aan de zijkant,
gleufstand.
4. Inkepingen voor instelling