Gebruikseigenschappen
Vertrouwd raken met de machine
Voordat u de eerste keer gaat maaien, dient u zich in het
gebruik te oefenen op een groot, open en betrekkelijk vlak
terrein. Start en stop de motor, rij vooruit en achteruit in het
LAAG BEREIK van de rijsnelheid. Oefen u in het gebruik
van de cruise control. Probeer de maaidekken afzonderlijk
en gelijktijdig neer te laten en op te heffen. Als u door en
door vertrouwd bent met de werking van de machine, moet
u zich oefenen in het rijden rond bomen en obstakels met
behulp van de afzonderlijke wielremmen. Rij ook hellingen
op en af (IN HET LAAG BEREIK).
Opmerking: Het verdient aanbeveling het HOOG
BEREIK van de rijsnelheid uitsluitend te gebruiken als u
op de weg rijdt (met opgeheven maaidekken).
Een aantal punten waarop u moet letten bij het gebruik van
de tractie-eenheid, de maaidekken en andere werktuigen,
zijn de hydrostatische transmissie, het motortoerental, de
belasting van de maaimessen of andere onderdelen van
werktuigen, en het belang van de remmen. Om ervoor te
zorgen dat er tijdens het gebruik steeds voldoende
vermogen voor de tractie-eenheid en de werktuigen is,
moet u met behulp van het tractiepedaal het motortoerental
hoog en betrekkelijk constant houden. Uitstekende regels
daarvoor zijn de rijsnelheid verminderen als de werktuigen
zwaarder wordt belast, en verhogen als de werktuigen
minder wordt belast.
Waarschuwingsystemen
Als een waarschuwingslampje en een akoestische signaal
tijdens het gebruik worden geactiveerd, moet u de machine
onmiddellijk stoppen en het probleem verhelpen voordat u
verder gaat met maaien. Een machine met een defect kan
ernstige schade oplopen als een probleem niet wordt
verholpen. Als echter de motor wegen oververhitting
afslaat, kunt u in een noodgeval de nulstelknop gebruiken
om de motor voor een korte tussenperiode in werking te
stellen (Fig. 32).
Figuur 32
1. Nulstelknop van motor
Maaien
Als u het maaigebied nadert, moet u de rijsnelheidshendel
in het LAAG BEREIK zetten en loslaten. De schakelhendel
keert terug in de neutraalstand en het lampje voor het
HOOG BEREIK dooft. Zet de gashendel op SNEL en laat
de maaidekken neer. Trek de mof van de aftakasschakelaar
omhoog, zet de schakelaar op AAN en laat deze los. De
schakelaar keert terug in de neutraalstand en de aftakas
wordt automatisch ingeschakeld. Trap het tractiepedaal
langzaam in om te beginnen met maaien.
Opmerking: Nadat de maaidekken zijn neergelaten, moet
u ervoor zorgen dat de hendels niet plotseling terugklappen
in de neutraalstand. Hierdoor kunnen de hendels voorbij de
neutraalstand schieten en de maaidekken vastzetten in een
niet-zwevende modus, zodat zij de contouren van het
grondoppervlak niet kunnen volgen.
Indien een van de zijmaaidekken tijdens het maaien in
contact komt met een vast voorwerp, zal de vergrendeling
van de hefarm van het maaidek de stoot opvangen en
afbreken. Hierdoor kan het maaidek naar achteren draaien.
Als dit gebeurt, moet u de machine tot stilstand brengen.
Hef het maaidek volledig op en laat dit vervolgens neer in
de maaistand. Hierdoor kan de vergrendeling van de hefarm
terugkeren in de normale configuratie. Controleer het
maaidek op beschadiging en voer indien nodig reparaties
uit voordat u verder gaat met maaien.
De afzonderlijke remmen kunnen worden gebruikt ter
ondersteuning bij het draaien van de machine. Ga echter
voorzichtig te werk indien u ze gebruikt, in het bijzonder
op zacht of nat gras, omdat de grasmat per ongeluk kan
scheuren. De remmen kunnen ook goed van pas komen om
de machine grip te laten houden; zo kan bijvoorbeeld het
hoogste wiel soms op heuvelachtig terrein slippen en grip
verliezen. Als deze situatie zich voordoet, trapt u het
rempedaal voor het hoogste wiel geleidelijk en met
tussenpozen in totdat dit wiel niet meer slipt, waarmee de
tractie op het laagste wiel wordt vergroot.
Als u wilt ophouden met maaien, moet u het rempedaal
intrappen om te stoppen en de cruise control (indien in
gebruik) uitschakelen, de aftakasschakelaar op UIT zetten
en loslaten (de schakelaar keert terug naar de neutraalstand)
en daarna de maaidekken volledig opheffen.
1
34