Toro Groundsmaster 580-D Gebruikershandleiding pagina 26
Verberg thumbnails
Zie ook voor Groundsmaster 580-D:
- Gebruikershandleiding (48 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (64 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Stuurverstelling
U kunt het stuur verstellen met een hendel op de rechterzijde
van de stuurkolom (Fig. 19). Draai de hendel naar achteren om
de verstelling los te zetten en zet het stuur en de stuurkolom in
de gewenste hoek. Draai de hendel naar voren om het stuur en
de stuurkolom in de gewenste positie te vergrendelen.
Contactschakelaar
De contactschakelaar (Fig. 20) heeft drie standen: UIT,
AAN en START Draai het contactsleuteltje op START en
laat dit los zodra de motor aanslaat. Om de motor af te
zetten, draait u het contactsleuteltje op UIT.
8
2
1
4
3
Figuur 20
1. Contactschakelaar
2. Gashendel
3. Cruise control-schakelaars
4. Aftakasschakelaar
(aandrijving maaidek)
5. Nulstelknop van motor
Gashendel
Met de gashendel (Fig. 20) kunt u de motor met verschillende
toerentallen laten werken. Zet de gashendel naar voren op
SNEL om het motortoerental te verhogen en naar achteren op
LANGZAAM om het toerental te verlagen.
Cruise control-schakelaars
Er bevinden zich twee cruise control-schakelaars op het
paneel rechts van de bestuurder (Fig. 20) – een
AAN-/UIT-schakelaar, en een schakelaar om cruise
controle in werking te stellen. De cruise control, ongeacht
of deze in het Hoog bereik of het Laag bereik staat, wordt
uitgeschakeld door het rempedaal in te trappen of de
schakelaar op UIT te zetten.
7
6
3
5
6. Schakelaar voor Hoog
bereik/Laag bereik van
rijsnelheid
7. Hefhendels van maaidek
8. Waarschuwingslampje
van gloeibougie
26
Schakelaar voor Hoog bereik/Laag bereik
van rijsnelheid
Met deze schakelaar (Fig. 20) kunt u de rijsnelheid in het
Hoog bereik of het Laag bereik zetten. Druk de schakelaar
naar voren voor het Hoog bereik of zet deze naar achteren
voor het Laag bereik. De schakelaar keert terug naar de
middelste stand. De schakelaar wordt automatisch
teruggesteld op het Laag bereik als het maaidek wordt
neergelaten, het frontmaaidek niet volledig wordt
opgeheven of de motor wordt afgezet.
Hefhendels van maaidek
Met de twee buitenste hendels kunt u de zijmaaidekken
opheffen en neerlaten, en met de middelste hendel het
frontmaaidek (Fig. 20). De motor moet lopen als de
maaidekken worden neergelaten en opgeheven. De messen
van het maaidekken komen automatisch tot stilstand als de
maaidekken worden opgeheven. Als u de zijmaaidekken
neerlaat, moet u de hefhendels ingeschakeld houden totdat
de maaidekken voorbij het midden zijn. De maaidekken
zullen dan naar de grasmat "zweven".
Opmerking: Als u de hendels van het maaidekken
ingeschakeld houdt terwijl u de maaidekken neerlaat,
bestaat de kans dat de maaidekken met kracht in de grasmat
dringen, waardoor zij schade kunnen oplopen. Nadat de
maaidekken zijn neergelaten, moet u ervoor zorgen dat de
hendels niet plotseling terugklappen in de neutraalstand.
Hierdoor kunnen de hendels voorbij de neutraalstand
schieten en de maaidekken vastzetten in een niet-zwevende
modus, zodat zij de contouren van het grondoppervlak niet
kunnen volgen.
Waarschuwingslampje gloeibougie
Het waarschuwingslampje van de gloeibougie (Fig. 20)
gaat automatisch branden gedurende de vereiste
gloeiperiode als het contactsleuteltje op AAN wordt
gedraaid. Het lampje gaat branden als de gloeibougies in
werking zijn gesteld. Als de gloeibougies voldoende verhit
zijn, dooft het lampje ten teken dat de motor gereed is om
te worden gestart.
Aftakasschakelaar
Trek de mof op de schakelaar omhoog (Fig. 20).
Vervolgens moet u de schakelaar op AAN zetten en loslaten
om de aftakas in te schakelen; de schakelaar komt in de
neutraalstand als u deze loslaat. Zet de schakelaar op UIT
om de aftakas uit te schakelen. De schakelaar wordt
automatisch teruggesteld op UIT als alle drie maaidekken
worden opgeheven of de motor wordt afgezet.
Advertenties
Inhoudsopgave
