3. Controleer met een hydrometer of beide accu's moeten
worden opgeladen. Als de accu's niet hoeven te worden
opgeladen, moet u de accubak op zijn plaats
terugschuiven, deze met de tapbouten en de
afdichtingsringen vastzetten en het zijpaneel weer
monteren. Als de accu's moeten worden opgeladen, gaat
u verder met stap 4.
Waarschuwing
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan
dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg
hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen
accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk
letsel kunnen veroorzaken.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los
voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• U moet altijd eerst de pluskabel (rood) van de
accu aansluiten voordat u de minkabel (zwart)
aansluit.
4. Maak de min (–) kabels los van de accu's (Fig. 2). Sluit
een acculader van 3 tot 4 A aan op de accupolen. Laad
de accu's op gedurende 4 tot 8 uur bij 3–4 A.
4
5
Figuur 2
1. Accubak
2. Montagegaten voor
accubak
3. Verbindingen naar min (–)
polen
3
2
1
4. Verbindingen naar plus
(+) polen
5. Montageschroeven van
accubak
18
Waarschuwing
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen. Laad de accu's op in een open, goed
geventileerde ruimte.
5. Als de accu's volledig zijn opgeladen, haalt u de
acculader uit het stopcontact en maakt u deze los van de
accuklemmen.
6. Bevestig de kabels op de min (–) polen, schuif de
accubak terug op zijn plaats, zet deze vast de tapbouten
en monteer het zijpaneel.