Display van diagnostische ACE
De machine is uitgerust met een elektronisch besturings-
systeem dat de meeste functies van de machine regelt. Het
besturingssysteem bepaalt welke functie nodig is voor de
verschillende inputschakelaars (d.w.z. stoelschakelaar,
contactschakelaar, enz.) en schakelt de outputs in om de
solenoïdes of relais voor de vereiste functie van de machine
te bekrachtigen.
Om ervoor te zorgen dat het elektronische besturings-
systeem de machine bestuurt zoals wordt vereist, moeten de
solenoïdes en relais van de outputs zijn aangesloten en
correct functioneren.
Met behulp van de Diagnostische ACE en de overlay kan
de gebruiker de elektrische functies van de machine
controleren. Als u geen Diagnostische ACE hebt, moet u
contact opnemen met een erkende Toro-dealer.
De interlockschakelaars
controleren
Voorzichtig
Niet-aangesloten of beschadigde interlock-
schakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben
op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
• Vervang schakelaars om de twee jaar ongeacht
of ze wel of niet naar behoren functioneren.
De interlockschakelaars zijn bedoeld om aanslaan of starten
van de motor alleen mogelijk te maken als het tractiepedaal
in de neutraalstand staat, en zorgt ervoor dat de maai-
dekken worden uitgeschakeld als zij worden opgeheven of
de bestuurder de stoel verlaat. Daarnaast zal de motor
afslaan als het tractiepedaal is ingetrapt terwijl de
bestuurder niet op de stoel zit.
Controle of de interlockschakelaars
functioneren
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Open de kap van het bedieningspaneel. Ga naar de
connector van de kabelboom en de kringloopstekker.
Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de connector
van de kabelboom (Fig. 29).
1
Figuur 29
1. Kabelboom en kabelstekkers
3. Bevestig de stekker van het display van de
Diagnostische ACE (Fig. 28) aan de connector van de
kabelboom. Controleer of de juiste overlay-sticker op
het display van de Diagnostische ACE is geplaatst.
1
Figuur 30
1. Diagnostische ACE
4. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de motor
niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker heeft
betrekking op de inputschakelaars en de groene tekst op de
outputs.
5. De LED "inputs getoond" op de kolom rechtsonder op
de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED
"outputs getoond" oplicht, moet u de tuimelschakelaar
op de Diagnostische ACE indrukken om de LED
"inputs getoond" te laten oplichten.
6. De Diagnostische ACE zal de LED laten oplichten die
hoort bij de inputschakelaar die wordt gesloten.
Laat elke schakelaar afzonderlijk van de open naar de
gesloten stand gaan (d.w.z. neem plaats op de stoel, trap
het tractiepedaal in, enz.) en controleer of de juiste LED
op de Diagnostische ACE gaat knipperen als de
corresponderende schakelaar wordt gesloten en geopend.
Herhaal deze procedure bij elke schakelaar die met de
hand van de open in de gesloten stand kan worden gezet.
30