Onderhoud
3.
Monteer de kappen op de linker en rechter poelie
met behulp van de schroeven (Fig. 48).
4.
Monteer de maaieenheid, zie Monteren van de
maaieenheid, pagina 41.
3
1
2
90
Figuur 48
Bovenaanzicht
1. Poeliekap
2. Positie riemgeleider van
spanpoelie
44
1
1890
3. Maaierdrijfriem
Horizontaal stellen van de
maaier (dwarsrichting)
De maaier moet in dwarsrichting horizontaal staan.
Controleer de horizontale stand van de maaier telkens
wanneer u de maaieenheid monteert, of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Voordat u de maaier
horizontaal stelt, de voor- en achterbanden op de
juiste spanning brengen. Zie Bandenspanning,
pagina 26 in het hoofdstuk Onderhoud.
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling (aftakas)
uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel op "OFF" draaien om de motor te
stoppen.
2.
Neem de sleutel uit de contactschakelaar en trek
de bougiekabel van de bougie.
3.
Zet de maaihoogtehendel in stand "C".
4.
Draai de maaimessen voorzichtig totdat ze
evenwijdig staan (Fig. 49). Meet de afstand
tussen de buitenste snijranden en de vlakke
ondergrond (Fig. 49). Als beide afstanden meer
dan 4,8 mm (3/16") bedragen, is afstelling
nodig. Zie stap 5 en 6.
2
3
Figuur 49
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
1
2
3
1891
3. Hier meten