Gebruiksaanwijzing
Stoppen
1.
Zet het handgas in de stand "LANGZAAM"
(Fig. 8).
2.
Draai de contactsleutel in de stand "OFF" (uit)
(Fig. 9).
NB.:
Als de motor zwaar belast of heet is,
deze nog even laten draaien voordat u
de contactsleutel in de stand "OFF"
(uit) draait. De motor kan dan afkoelen
voordat die wordt stilgezet. In een
noodgeval kan de motor direct worden
gestopt door de contactsleutel in de
stand "OFF" (uit) te draaien.
Het veiligheidssysteem
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
motor alleen mogelijk te maken wanneer:
de bestuurder op de stoel zit,
het koppeling/rempedaal ingetrapt is,
de maaikoppelingshendel (aftakas) op
"UITGESCHAKELD" staat.
Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te
zorgen dat de motor stopt als:
u opstaat van de stoel en het rempedaal loslaat;
u opstaat van de stoel als de maaikoppeling op
"INGESCHAKELD" staat.
Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te
zorgen dat de motor stopt als:
u in de achteruit schakelt als de maaikoppeling
op "INGESCHAKELD" staat.
18
Werken in de achteruit
Er is een beveiliging ingebouwd die voorkomt dat de
maaikoppeling (aftakas) kan worden ingeschakeld
terwijl de tractor achteruit rijdt. Als de tractor in de
achteruit wordt geschakeld terwijl de maaier of een
ander door de aftakas aangedreven werktuig
ingeschakeld is, stopt de motor.
Maai nooit terwijl u achteruit rijdt, tenzij dat
absoluut noodzakelijk is. Als u in de achteruit moet
maaien of andere door de aftakas aangedreven
werktuigen moet gebruiken (sneeuwruimer, grond-
werktuig), kan de beveiliging werktuig-niet-
in-achteruit tijdelijk worden uitgeschakeld.
Voordat u de beveiliging uitschakelt, moet u zich
ervan verzekeren dat zich geen kinderen op of in de
nabijheid van het werkterrein bevinden of daar zullen
komen terwijl u maait of een ander werktuig gebruikt.
Let extra goed op nadat u de beveiliging hebt
uitgeschakeld, omdat u door het geluid van de tractor
waarschijnlijk niet merkt wanneer een kind of
omstander het werkterrein betreedt.
Als u zeker weet dat u veilig in de achteruit kunt
maaien of een ander werktuig gebruiken, schakelt u
de beveiliging werktuig-niet-in-achteruit uit via de
Key Choice
schakelaar (Fig. 10) aan de voorzijde
onder de stoel, nadat u de maaikoppeling (aftakas)
ingeschakeld hebt. Een rood lampje op het voorste
bedieningspaneel (Fig. 11) licht op, om u erop te
wijzen dat de beveiliging werktuig-niet-in-achteruit
uitgeschakeld is. Nadat u de beveiliging
uitgeschakeld hebt, blijft die uitgeschakeld zolang de
maaier of het door de aftakas aangedreven werktuig
in bedrijf is terwijl u achteruit rijdt. Het lampje op het
bedieningspaneel blijft branden totdat de maai-
koppeling (aftakas) uitgeschakeld wordt, of de motor
wordt gestopt.
NB.:
Steek de "Key Choice" sleutel alleen in
de schakelaar als dat absoluut
noodzakelijk is om de maaier of een
ander werktuig in de achteruit te
gebruiken. De sleutel van de "Key
Choice" schakelaar moet ook uit de
tractor worden verwijderd als die wordt
bediend door iemand die geen
verantwoordelijk en ervaren gebruiker