Parkeerrem
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
1.
Trap het rempedaal (Fig. 2) in en houd het
ingetrapt.
2.
Beweeg de parkeerremhendel (Fig. 2) omhoog
en laat het rempedaal langzaam opkomen. Het
rempedaal moet in de ingetrapte (vergrendelde)
stand blijven staan.
Parkeerrem lossen
1.
Trap het rempedaal (Fig. 2) in. De
parkeerremhendel moet nu vrijkomen.
2.
Laat het rempedaal langzaam opkomen.
2
Figuur 2
1. Rempedaal
1
1858
2. Parkeerremhendel
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren
verschuiven. De positie van de stoel moet zo zijn dat
u de machine het best kunt bedienen en dat u
comfortabel zit.
1.
Til de zitting op en draai de afstelknop los
(Fig. 3).
2.
Verschuif de zitting in de gewenste positie en
draai de knop weer vast.
Figuur 3
1. Instelknop
Koplampen
Sommige modellen kunnen als optie met koplampen
worden uitgerust. Met de schakelaar op het dashboard
(Fig. 1) zet u de koplampen "AAN" of "UIT". De
koplampen branden alleen als de motor loopt en de
schakelaar op "AAN" staat.
Gebruiksaanwijzing
1
1862
15