Onderhoud
Bandenspanning
Onderhoudsinterval/Specificatie
Houd de voor- en achterbanden op de voorgeschreven
spanning van 138 kPa (20 psi). Controleer de banden-
spanning via het ventiel na elke 25 bedrijfsuren of
jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden (Fig. 16). De bandenspanning kan het
best bij koude banden worden gecontroleerd.
Figuur 16
1. Ventiel
Rem
De rem bevindt zich aan de rechterkant van de
achteras, in het achterwiel (Fig. 17). Als de parkeer-
rem slipt, moet die worden afgesteld.
Parkeerrem controleren
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling (aftakas) uit-
schakelen, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel op "OFF" draaien om de motor te
stoppen.
2.
Zet de regelstang voor de aandrijving in de stand
"DUWEN"; zie Machine met de hand duwen,
pagina 20.
3.
Als de achterwielen blokkeren en slippen
wanneer u de tractor naar voren duwt, is geen
afstelling nodig. De rem moet worden afgesteld
als de wielen draaien en niet blokkeren. Zie Rem
afstellen, pagina 26.
26
Rem afstellen
(voelermaat van 0,5 mm (0.020") nodig)
1.
Controleer de rem voordat u die afstelt, zie Rem
controleren, pagina 26.
2.
Los de parkeerrem, zie Parkeerrem lossen,
pagina 15.
3.
Om de rem af te stellen, de splitpen verwijderen
en de stelmoer iets losdraaien (Fig. 17).
4.
Steek voorzichtig een voelermaat van 0,5 mm
(0.020") tussen de twee buitenste remschoenen
1
(Fig. 17).
5.
Draai de stelmoer aan, totdat een lichte
weerstand op de voelermaat voelbaar is wanneer
u die erin en eruit schuift. Monteer de splitpen.
6.
Controleer nogmaals de werking van de rem, zie
1872
Rem controleren, pagina 26.
Belangrijk: Wanneer de parkeerrem is gelost,
1. Stelmoer van de rem
moeten de achterwielen vrij kunnen
draaien als u de maaier duwt. Als u
geen speling van 0,5 mm (0.020") en
vrij draaiend wiel tot stand kunt
brengen, neem dan meteen contact
op met uw erkende Toro-dealer.
0,5 mm (0.020")
Figuur 17
2. Splitpen
1
2
1674