1
5
Figuur 46
1. Maaikoppelingskabel
2. Ring aan kabeleind
3. Veer
12. Zet de maaikoppelingshendel op het dashboard
op "INGESCHAKELD". Meet de afstand tussen
de haken aan de uiteinden van de veer (Fig. 47).
Moeren afstellen totdat een lengte van 150 mm
(6") wordt bereikt (Fig. 47).
13. Moeren goed vastdraaien en maaikoppeling
uitschakelen.
1
3
Figuur 47
1. Maaikoppelingskabel
2. Borgmoer
4
2
3
4. Borgmoer
5. Bevestigingsbeugel
2
150 mm (6")
3. Veer
14. Zet de maaihoogtehendel (maaikastverstelling)
in stand "D", zodat u de veer van de maai-
hoogteverstelling gemakkelijker kunt
aanbrengen.
15. Haak de veer van de maaihoogteverstelling aan
de bout (Fig. 39), met behulp van de veertrekker
die bij de tractor geleverd is.
16. Controleer de horizontale stand van de maaier,
zie Horizontaal stellen van de maaier
(dwarsrichting), pagina 44.
2384
Mesdrijfriem
Verwijderen van de mesdrijfriem
1.
Verwijder de maaieenheid, zie Verwijderen van
de maaieenheid, pagina 39.
2.
Verwijder de bevestigingsschroeven en de
kappen van beide poelies van de mesaandrijving
(Fig. 48).
3.
De bevestigingsbout en -moer van de spanpoelie
en riemgeleider losdraaien, maar niet
verwijderen (Fig. 48).
4.
De riem van de poelies verwijderen.
Monteren van de mesdrijfriem
1.
Leg de nieuwe riem om de mespoelies heen en
onder de riemgeleider van de spanpoelie door.
2.
Plaats de riemgeleider van de spanpoelie zo dat
die naar links wijst, in een hoek van 90 t.o.v. de
arm van de spanpoelie (Fig. 48). De bevestigings-
2385
bout en -moer van de spanpoelie en riemgeleider
vastdraaien.
Onderhoud
43