Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rusten Tijdens Zwemmen In Een Zwembad; Auto Rust; Training Met Het Trainingslog; Polshartslagmeting Uitschakelen Tijdens Zwemmen - Garmin Fenix 6 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Fenix 6 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Rusten tijdens zwemmen in een zwembad

Op het standaardrustscherm worden twee rust-timers
weergegeven. Ook worden het tijdstip en de afstand van het
laatste voltooide interval weergegeven.
OPMERKING: Tijdens een rustperiode worden geen
zwemgegevens vastgelegd.
1
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit LAP om een rustperiode
te starten.
De schermweergave verandert in witte tekst op een zwarte
achtergrond en het rustscherm wordt weergegeven.
2
Druk tijdens een rustperiode op UP of DOWN om andere
gegevensschermen weer te geven (optioneel).
3
Druk op LAP en ga verder met zwemmen.
4
Herhaal de procedure voor volgende rustintervallen.

Auto Rust

De auto rust-functie is alleen beschikbaar voor zwemmen in een
zwembad. Uw toestel detecteert automatisch wanneer u rust en
het rustscherm wordt weergegeven. Als u langer dan 15
seconden rust, maakt het toestel automatisch een rustinterval.
Wanneer u weer gaat zwemmen, start het toestel automatisch
een nieuw zweminterval. U kunt de automatische rustfunctie
inschakelen in de activiteitsopties
en apps, pagina
30).
TIP: Voor de beste resultaten met de automatische rustfunctie
minimaliseert u uw armbewegingen tijdens het rusten.
Als u de automatische rustfunctie niet wilt gebruiken, kunt u LAP
selecteren om handmatig het begin en einde van elk rustinterval
aan te geven.

Training met het trainingslog

De trainingslogfunctie is alleen beschikbaar voor zwemmen in
een zwembad. Met deze functie kunt u handmatig kick set-
oefeningen, zwemoefeningen met één arm of andere
zwemoefeningen vastleggen die afwijken van de vier
belangrijkste zwemslagen.
1
Druk tijdens uw zwemactiviteit op UP of DOWN om het
oefeninglogscherm weer te geven.
2
Druk op LAP om de oefeningstimer te starten.
3
Druk op LAP na afloop van uw oefeninginterval.
De oefeningstimer stopt, maar de activiteitentimer blijft de
hele zwemsessie vastleggen.
4
Selecteer een afstand voor de voltooide oefening.
Afstandsinstellingen worden gebaseerd op de voor het
activiteitenprofiel geselecteerde zwembadafmetingen.
5
Selecteer een optie:
• Druk op LAP als u een andere oefeninginterval wilt
starten.
• Druk op UP of DOWN om terug te keren naar de
zwemtrainingsschermen en een zweminterval te starten.

Polshartslagmeting uitschakelen tijdens zwemmen

Polshartslagmeting is standaard ingeschakeld voor
zwemactiviteiten. Het toestel is compatibel met het HRM-Tri
accessoire en het HRM-Swim
van zowel de polshartslag als de borsthartslag beschikbaar zijn,
gebruikt uw toestel de borsthartslaggegevens.
1
Houd MENU ingedrukt vanuit de hartslagwidget.
OPMERKING: U moet mogelijk de widget toevoegen aan uw
widgetlijst
(De widgetlijst aanpassen, pagina
2
Selecteer Opties > Tijdens zwemmen > Uit.
6
(Instellingen van activiteiten
accessoire. Als de gegevens
34).

Golfen

Golfen
Voordat u een baan voor de eerste keer speelt, moet u deze
downloaden vanuit de Garmin Connect app
pagina
10). Banen die vanuit de Garmin Connect app zijn
gedownload, worden automatisch bijgewerkt.
Voordat u gaat golfen, moet u ervoor zorgen dat het toestel is
opgeladen
(Het toestel opladen, pagina
1
Druk op de watch face op
2
Selecteer Golfen.
3
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
4
Selecteer een baan in de lijst met beschikbare golfbanen.
5
Selecteer Ja om de score bij te houden.
6
Selecteer een tee box.
7
Druk op UP of DOWN om door de holes te bladeren.
Het toestel schakelt automatisch over naar de volgende hole
wanneer u daar naartoe gaat.
8
Nadat u de ronde hebt voltooid, drukt u op
Einde van ronde.

Hole-informatie

Het toestel geeft de hole weer die u nu speelt, en schakelt
automatisch over naar de volgende hole wanneer u naar een
nieuwe hole gaat.
OPMERKING: Omdat pinlocaties veranderen, berekent het
toestel de afstand tot het begin, midden en einde van de green,
maar niet de pinlocatie zelf.
Nummer van huidige hole
Afstand tot het einde van de green
Afstand tot het midden van de green
Afstand tot het begin van de green
Par voor de hole
Kaart van de green

Grote cijfers

U kunt de grootte van de getallen in de hole-informatiewijzigen.
Houd MENU ingedrukt, selecteer de activiteitinstellingen en
selecteer Grote cijfers.
De afstand tot de achterkant van de green
De afstand tot het midden van de green of de geselecteerde pinpo-
sitie
(Garmin Connect,
2).
.
en selecteert u
Activiteiten en apps

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fenix 6Fenix 6s

Inhoudsopgave