Virtueel hardlopen
U kunt uw fēnix toestel koppelen met een compatibele app van
derden om tempo-, hartslag- of cadansgegevens te verzenden.
1
Druk op de watch face op
2
Selecteer Virt hardlopen.
3
Open de Zwift
™
app of een andere virtuele trainingsapp op
uw tablet, laptop of smartphone.
4
Volg de instructies op het scherm om een hardloopactiviteit
te starten en de toestellen te koppelen.
5
Druk op
om de activiteitentimer te starten.
6
Nadat u klaar bent met hardlopen, drukt u op
activiteitentimer te stoppen.
De loopbandafstand kalibreren
Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de
loopband wilt vastleggen, kalibreert u de loopbandafstand nadat
u minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u
verschillende loopbanden gebruikt, kunt u de loopbandafstand
handmatig kalibreren op elke loopband of na elke
hardloopsessie.
1
Begin een loopbandactiviteit
2
Laat de loopband draaien totdat uw fēnix toestel ten minste
1,5 km (1 mijl) heeft opgenomen.
3
Druk op
nadat u uw hardloopsessie hebt voltooid.
4
Selecteer een optie:
• Als u de loopbandafstand voor de eerste keer wilt
kalibreren, selecteert u Sla op.
U wordt gevraagd de kalibratie van de loopband te
voltooien.
• Als u de loopbandafstand na de eerste kalibratie
handmatig wilt kalibreren, selecteert u Kalibreren/
opslaan > Ja.
5
Bekijk de gelopen afstand op het scherm van de loopband en
voer de afstand in op uw toestel.
Een krachttraining vastleggen
U kunt tijdens een krachttraining sets vastleggen. Een set
bestaat uit meerdere herhalingen van een enkele beweging.
1
Druk op de watch face op
2
Selecteer Kracht.
3
Selecteer een workout.
De eerste keer dat u een krachttrainingactiviteit vastlegt,
selecteert u aan welke pols u uw smartwatch draagt.
4
Selecteer Bekijk om een lijst met workoutstappen weer te
geven (optioneel).
TIP: Terwijl u workoutstappen bekijkt, kunt u op
om een animatie van de geselecteerde oefening te bekijken,
indien beschikbaar.
5
Selecteer Start workout.
6
Druk op
om de set-timer te starten.
7
Start uw eerste set.
Het toestel telt uw herhalingen. Het aantal herhalingen wordt
weergegeven als u ten minste vier sets hebt voltooid.
TIP: Het toestel kan alleen herhalingen van een enkele
beweging voor elke set tellen. Wanneer u andere
bewegingen wilt doen, moet u eerst de set voltooien en
vervolgens een nieuwe starten.
8
Druk op LAP om de set te voltooien en naar de volgende
oefening te gaan, indien beschikbaar.
Op het horloge wordt het totale aantal herhalingen voor de
set weergegeven. Na enkele seconden wordt de rusttimer
weergegeven.
4
.
om de
(Een activiteit starten, pagina
.
drukken
9
Druk indien nodig op DOWN en bewerk het aantal
herhalingen.
TIP: U kunt ook het voor de set gebruikte gewicht toevoegen.
10
Wanneer u klaar bent met rusten, drukt u op LAP om uw
volgende set te starten.
11
Herhaal dit voor elke krachttrainingsset totdat uw activiteit is
voltooid.
12
Druk na de laatste set op
13
Selecteer Sla op.
Buitenactiviteiten
Het fēnix toestel wordt geleverd met een aantal vooraf geladen
apps voor buitenactiviteiten, zoals hardlopen en fietsen. Bij
buitenactiviteiten wordt GPS ingeschakeld. U kunt nieuwe
activiteiten toevoegen op basis van standaardactiviteiten, zoals
wandelen of roeien. U kunt ook aangepaste activiteiten aan uw
toestel toevoegen
(Een aangepaste activiteit maken, pagina
Uw afdalingen weergeven
Uw toestel legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën
of snowboarden vast met de automatische functie voor
3).
afdalingen. Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor
afdalingen tijdens het skiën en snowboarden. De nieuwe
afdalingen worden automatisch geregistreerd op basis van uw
bewegingen. De timer wordt gepauzeerd wanneer u niet meer
afdaalt en wanneer u in de skilift staat. De timer blijft in de
pauzestand staan zolang u in de skilift bent. U kunt de afdaling
vervolgen om de timer weer te starten. U kunt de gegevens over
de afdaling bekijken op het pauzescherm of terwijl de timer
loopt.
1
Start een ski- of snowboardactiviteit.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Bekijk afdalingen.
4
Druk op UP en DOWN om details over uw laatste afdaling,
over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen te bekijken.
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand,
maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling
weergegeven.
Een off-piste ski-activiteit vastleggen
Met de off-piste ski-activiteit kunt u handmatig schakelen tussen
klimmen en afdalen, zodat u uw gegevens nauwkeurig kunt
bijhouden.
1
Druk op
op de watch face.
2
Selecteer Off-piste skiën.
3
Selecteer een optie:
• Als u uw activiteit op een helling start, selecteert u
Klimmen.
• Selecteer Afdalen als u uw activiteit start met een
afdaling.
4
Druk op
om de activiteitentimer te starten.
5
Druk op LAP om te schakelen tussen de volgmodi voor
klimmen en dalen.
6
Nadat uw activiteit is voltooid, drukt u op
stoppen.
7
Selecteer Sla op.
De metronoom gebruiken
De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen
die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een
snellere, tragere of vaste cadans.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
1
Druk op de watch face op
2
Selecteer een activiteit.
om de set-timer te stoppen.
om de timer te
.
Activiteiten en apps
3).