Dit betekent: voor het verwarmen
Dit betekent: voor het verwarmen
van 750 liter water in een vat van
van 500 liter water in een vat van
30 °C naar 60 °C is een theore-
40°C naar 70°C is een theoreti-
tische hoeveelheid warmte nodig
sche hoeveelheid warmte nodig
van 94207 kJ (zonder rekening te
van 62805 kJ (zonder rekening te
houden met warmteverliezren of
houden met warmteverliezren of
waterafname uit het systeem). De
waterafname uit het systeem). Deze
waterhoeveelheid komt overeen
hoeveelheid warmte stemt overeen
met ongeveer 26,2 kWh.
met ca. 17,5 kWh.
Bij een aangenomen gemiddeld ver-
Bij een aangenomen gemiddeld
mogen van ca. 5,0 kW van de Senso
vermogen van ca. 4,6 kW van de
M H
O duurt het opwarmen van het
Piko H
2
volledige vat van 750 liter water ca.
het volledige vat van 500 liter water
5,25 uur. Deze berekening is geba-
ca. 3,8 uur. Deze berekening is
seerd op een gelijkmatige verwar-
gebaseerd op een gelijkmatige ver-
ming van het hele opslagvolume.
warming van het hele opslagvolume.
Bij een zinvolle opbouw van de verwarmingsinstallatie wordt het warme
water gelaagd in de bufferopslag opgeslagen, bijvoorbeeld in een gelaagde
buffer. Daardoor is er al na een korte opwarmtijd warm water beschikbaar
en kan de warmte al snel na de start van de circulatie in de Senso M H
/ Piko H
O worden benut. Dan wordt alleen de overtollige, niet voor het
2
verwarmen benodigde energie, in het buffervat opgeslagen.
Op zeer koude winterdagen kan het voorkomen, dat de Senso M H
H
O ca. 12 uur in gebruik is. De hoeveelheid warmte die daarbij in het
2
watergedeelte wordt geproduceerd, is dan theoretisch 60 kWh / 55 kWh.
Deze hoeveelheid warmte moet voldoende zijn om ca. 1700 liter (van 30 °C
naar 60 °C) / 1575 liter (van 40 °C naar 70 °C) op te warmen. In de regel
wordt in zo'n situatie echter telkens ook warmte ontnomen, zodat geen
overlading van het buffervat (> 90 °C) kan optreden.
O duurt het opwarmen van
2
O
2
O / Piko
2
2.3.7.7 RETOURTEMPERATUURVERHOGING
De Senso M H
O / Piko H
O moet worden uitgevoerd met een retourtem-
2
2
peratuurverhoging. Tijdens bedrijf dient de aanvoertemperatuur hoger te
zijn dan 65 °C en dient de retourtemperatuur ten minste 60 °C te zijn. Om
zeker te zijn van deze temperaturen moet een circulatiepomp zo worden
ingebouwd dat deze pas begint, wanneer 62 °C is bereikt. Om het risico
op dauwpuntonderschrijdingen te verminderen, moet altijd een geregelde
retourverhoging worden ingebouwd. Daarbij wordt de regelomvang, deze
voldoet aan de effectieve retourtemperatuur aan de ingang van de water-
warmtewisselaar, geregistreerd en op de gewenste waarde ingesteld.
Wij raden gebruik van een retourverhoging zoals het type LTC 200 van
ESBE (optioneel verkrijgbaar) of een vergelijkbare retourtemperatuurver-
hoging aan. Het gebruik van andere oplossingsmogelijkheden (zoals een
vierweg mengklep) heeft zich in de praktijk niet bewezen en is daarom niet
raadzaam.
Voor alle bedrijfsstoringen (met roet en teer verstopt, afzettingen, enz.)
of corrosieschades aan de waterwarmtewisselaar of de schoorsteen, enz.
die zijn te herleiden naar een ontbrekende of niet-doeltreffend werkende
retourverhoging, kunnen wij noch aansprakelijkheid aanvaarden noch
garantie verlenen.
3. GEBRUIKSHANDLEIDING
Lees de montage- en gebruikshandleiding voorafgaand aan de montage
respectievelijk de ingebruikname van de houtkachel aandachtig door. Ver-
wijder alle voorwerpen uit de verbrandingskamer (behalve de bekleding van
de verbrandingskamer). Laat u door uw vakhandelaar instrueren wat betreft
de bediening en werking van de houtkachel! Landelijke en Europese normen
en ook plaatselijke voorschriften moeten in acht worden genomen bij de
bediening van de stookplaats.
NL 25
NL