Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
Druk in de afspeelmodus ( = 87) de ontspanknop half in ( = 26).
●
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht ( = 27).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
●
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
-
Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren en
kan een horizontale band verschijnen.
Weergave op het volledige scherm is tijdens het opnemen niet
beschikbaar ( = 50).
Er is geen datumstempel aan de beelden toegevoegd.
] ( = 42). Datumstempels worden
●
Configureer de instelling [Datumstemp.
niet automatisch aan beelden toegevoegd, alleen maar omdat u de instelling
[Datum/Tijd] hebt geconfigureerd ( = 19).
Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamestanden ( = 178) waarin
●
] niet kan worden geconfigureerd ( = 42).
[Datumstemp.
[ ] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en
opnemen is niet mogelijk ( = 36).
[ ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt ( = 36).
Stel [IS modus] in op [Continu] ( = 83).
●
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] ( = 81).
●
Verhoog de ISO-waarde ( = 72).
●
●
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil
te houden. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een
statief of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden ( = 83).
De opnamen zijn niet scherp.
●
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de
knop daarna volledig in om een opname te maken ( = 26).
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden ( = 181).
●
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] ( = 54).
●
●
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
●
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling
( = 77, = 80).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp
wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
●
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen,
probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie
te plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop
meerdere malen half in te drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] ( = 81).
●
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie ( = 71).
●
Pas het contrast aan met i-Contrast ( = 72, = 104).
●
●
Gebruik AE lock of spotmeting ( = 71).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie ( = 71).
●
Gebruik AE lock of spotmeting ( = 71).
●
●
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst ( = 36).
Maak de opname binnen het bereik van de flits ( = 181).
●
●
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitsuitvoerniveau te wijzigen ( = 82, = 86).
●
Verhoog de ISO-waarde ( = 72).
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Maak de opname binnen het bereik van de flits ( = 181).
●
●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [
●
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitsuitvoerniveau te wijzigen ( = 82, = 86).
Er verschijnen witte vlekken in geflitste opnamen.
●
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
Verlaag de ISO-waarde ( = 72).
●
●
Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamestanden leiden tot korrelige
beelden ( = 59).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] ( = 33).
] ( = 33).
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
165