●
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 8. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 8.
●
Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de
bijbehorende privacyinstelling op de camera aanpassen ( = 139).
●
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-
menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
][
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken
en vervolgens de instelling te configureren.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU ( = 29) > tabblad [
] > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
●
Om verbinding te maken zonder dat u bij stap 5 een wachtwoord
moet invoeren, kiest u MENU ( = 29) > tabblad [
[Inst. draadloze communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] >
[Wachtwoord] > [Uit]. [Wachtwoord] wordt niet meer
weergegeven op het SSID-scherm (in stap 4).
●
U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt ( = 132).
●
U kunt het huidige beeld verzenden door [Dit beeld verz.] te
kiezen op het scherm bij stap 9.
Een ander toegangspunt gebruiken
Als u de camera met een smartphone verbindt via het Wi-Fi-menu, kunt
u ook een bestaand toegangspunt gebruiken.
] te drukken om
] te drukken.
] >
1
Bereid de verbinding voor.
●
Open het scherm [Wachten op
verbinding] door stap 1–4 te doorlopen
van "Een smartphone toevoegen met
het Wi-Fi-menu" ( = 117).
2
Verbind de smartphone met het
toegangspunt.
3
Selecteer [Ander netwerk].
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Ander netwerk]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
●
Er wordt een lijst met waargenomen
toegangspunten weergegeven.
4
Maak verbinding met een
toegangspunt.
●
Bij toegangspunten die WPS
ondersteunen, maakt u verbinding met het
toegangspunt en zoals wordt beschreven
bij stap 5–8 van "WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken" ( = 122).
●
Bij toegangspunten die WPS niet
ondersteunen, volgt u stap 2–4 van
"Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst" ( = 124) om verbinding te
maken met het toegangspunt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
119