2
Volg de weergegeven instructies.
●
Dubbelklik op het gedownloade bestand
om het te installeren.
●
Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en
kosten voor internettoegang moeten apart worden betaald.
●
Om de software te verwijderen, volgt u deze stappen.
-
Windows: selecteer [Start]-menu > [Alle programma's] >
[Canon Utilities] en kies vervolgens de software die u wilt
verwijderen.
De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de
computer.
1
Controleer of de computer
verbonden is met een toegangspunt.
●
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2
Configureer de instelling.
●
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu >
[Alle programma's] > [Canon Utilities] >
[CameraWindow] > [Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
●
Configureer in de toepassing die wordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
●
Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de
volgende Windows-instellingen geconfigureerd.
-
Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien
(vinden).
-
Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
-
Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
-
Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch
kunnen detecteren.
●
Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier
beschreven instellingen invoert. Controleer de instellingen
van uw beveiligingssoftware.
Beelden opslaan op een aangesloten computer
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-
normen bij "Interface" ( = 183).
Er zijn verschillende verbindingsmethoden, afhankelijk van of het
toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup, = 122) ondersteunt of niet
( = 124). Bij toegangspunten die WPS niet ondersteunen, controleert
u de volgende gegevens.
●
Netwerknaam (SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt. Dit wordt ook
wel de "naam van het toegangspunt" of de "netwerknaam" genoemd.
●
Netwerkverificatie/gegevenscodering (coderingsmethode/
coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending.
Controleer welke beveiligingsinstelling gebruikt wordt: WPA2-PSK
(AES), WPA2-PSK (TKIP), WPA-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP),
WEP (open systeemauthenticatie) of geen beveiliging.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
121