●
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-
menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
][
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken
en vervolgens de instelling te configureren.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU ( = 29) > tabblad [
] > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
●
U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt ( = 132).
●
U kunt het huidige beeld verzenden door [Dit beeld verz.]
te kiezen op het scherm bij stap 4.
Opties voor het verzenden van
beelden
U kunt meerdere beelden selecteren om in een keer te verzenden en
] te drukken om
de pixelinstelling voor het opnemen van beelden (het formaat) wijzigen
] te drukken.
voordat u verzendt. Met sommige webservices is het ook mogelijk om
opmerkingen toe te voegen aan de beelden die u wilt verzenden.
Meerdere beelden verzenden
Op het scherm voor beeldoverdracht kunt u een reeks beelden selecteren
om te verzenden of alleen beelden verzenden die als favoriet zijn
gemarkeerd.
1
Kies [Select. en verz.].
●
Druk op het scherm voor beeldoverdracht
op de knoppen [ ][ ] om [Select. en verz.]
te kiezen en druk daarna op de knop [ ].
2
Selecteer een selectiemethode.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een selectiemethode
te kiezen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
132