3
Kies de Bluetooth-afstandsbediening.
●
Selecteer [Bluetooth remote controller/
Bluetooth-afstandsbediening] in Camera
Connect op de smartphone.
●
Het smartphonescherm verandert in
een scherm voor afstandsbediening
via Bluetooth.
4
Maak opnamen en wissel van beeld.
●
Gebruik de smartphone om opnamen te
maken in de opnamemodus en om van
beeld te wisselen in de afspeelstand.
●
[Bluetooth remote controller/Bluetooth-afstandsbediening] is niet
beschikbaar wanneer via Wi-Fi verbinding is gemaakt.
●
U kunt de Bluetooth-verbindingsstatus controleren door het
icoontje op het scherm te raadplegen ( = 113).
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
1
Open het Wi-Fi-menu en kies een
apparaat dat u wilt bewerken.
●
Druk op de knop [
●
Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om het pictogram
te selecteren van een apparaat dat
u wilt bewerken. Druk vervolgens op
de knop [ ].
2
Kies [Apparaat bewerken].
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Apparaat bewerken]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
3
Kies het apparaat dat u wilt
bewerken.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om het apparaat te
selecteren dat u wilt bewerken. Druk
vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
139