11
Importeer afbeeldingen.
●
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
●
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
●
Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren
van afbeeldingen is voltooid.
●
Om beelden te bekijken die u op een
computer opslaat, gebruikt u vooraf
geïnstalleerde of algemeen verkrijgbare
software die compatibel is met de beelden
die door de camera worden vastgelegd.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-
menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken
en vervolgens de instelling te configureren.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU ( = 29) > tabblad [
] > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
●
U kunt de bijnaam van de camera ook wijzigen op het scherm
in stap 2 ( = 141).
●
Wanneer de camera verbonden is met een computer is het
camerascherm leeg.
●
Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
●
Als u [WPS (PIN-modus)] kiest bij stap 6, wordt een pincode op
het scherm weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt.
Kies een apparaat in het scherm [Apparaat selecteren].
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding
die is meegeleverd met uw toegangspunt.
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1
Bekijk de lijst met toegangspunten.
●
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven bij stap 1–4 in "WPS-
compatibele toegangspunten gebruiken"
( = 122).
2
Kies een toegangspunt.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
][
] te drukken om
Handleiding voor gevorderden
] te drukken.
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
124