2
Selecteer een beeld.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
3
( 1 )
( 2 )
( 3 )
Pas het bijsnijgebied aan.
●
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden (1).
●
Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld (2) wordt rechtsonder
weergegeven. U kunt ook het aantal
opnamepixels na bijsnijden (3) zien.
●
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
●
Als u het kader wilt verplaatsen, drukt
u op de knoppen [ ][ ][ ][ ].
●
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop [ ].
●
Gezichten die op het beeld zijn
gedetecteerd, worden weergegeven in
grijze kaders in het beeld linksboven.
Draai aan de knop [ ] om te wisselen
van kader dat het bijsnijdgebied aangeeft.
●
Druk op de knop [
4
Sla het beeld op als een nieuw beeld
en bekijk dit.
●
Voer de stappen 4–5 in "Het formaat van
beelden wijzigen" ( = 102) uit.
●
Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling
van [ ] ( = 50) of waarvan het formaat gewijzigd is in [ ]
( = 102) kunnen niet worden bewerkt.
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld
opslaan als een apart bestand. Zie "De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)" ( = 73) voor meer informatie over elke optie.
].
●
Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden
dezelfde beeldverhouding na het bijsnijden.
●
Bijgesneden beelden hebben een lager aantal opnamepixels dan
niet-bijgesneden beelden.
●
Als u foto's die zijn opgenomen met Gezichts-ID ( = 45)
bijsnijdt, blijven alleen de namen behouden van de personen die
nog steeds in het bijgesneden beeld voorkomen.
1
Selecteer [My Colors].
●
Druk op de knop [
[My Colors] op het tabblad [
2
Selecteer een beeld.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
3
Selecteer een optie.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Foto's
Films
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
] en selecteer
Draadloze functies
] ( = 29).
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
103