e
Zet de extra draadklos zo op de extra klospen
dat de draad aan de voorkant afwikkelt. Duw
de kloshouder zo ver mogelijk op de klospen
om de draadklos vast te zetten.
a Kloshouder
b Klospen
c Draadklos
f
Houd de draad van de draadklos met beide
handen vast en plaats de draad in de
draadgeleider.
*
Plaats de draad niet in de voorspanningsschijven.
a Draadgeleider
g
Rijg de machine in volgens de stappen
h
m
van "Bovendraad inrijgen" op
pagina 47.
h
Ga door met inrijgen; leid echter de draad
niet door de draadgeleider "6" op de
naaldstang. Rijg de naald aan de
rechterkant handmatig in.
a Draadgeleiders op de naaldstang
i
Druk op
bedieningstoetsen te ontgrendelen.
j
Selecteer een steekpatroon.
*
Zie "Een steek naaien" op pagina 62 om de steek te
selecteren.
*
Raadpleeg "STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina 198 voor steekpatronen waarbij u een
tweelingnaald kunt gebruiken.
De geselecteerde steek wordt weergegeven.
k
Druk op
tweelingnaaldstand te selecteren.
f
t/
De tweelingnaaldstand is ingesteld.
Memo
• Als de toets
hebt gekozen, kunt u de geselecteerde steek
niet naaien in de tweelingnaaldstand.
VOORZICHTIG
• Stel beslist de tweelingnaaldstand in als u een
tweelingnaald gebruikt. Als u een
tweelingnaald gebruikt terwijl de machine in
de enkele naaldstand staat, kan de naald
breken en letsel veroorzaken.
BOVENDRAAD INRIJGEN
a
om alle toetsen en
en vervolgens op
om de
lichtgrijs is nadat u een steek
2
51